Afbeelding

Schaatskoorts

Column 241 keer gelezen

Schaatskoorts! Het hele land is erdoor bevangen, maar ik lijk immuun. Had ik het maar, schaatskoorts. Dan had ik nog iets om me aan te warmen.
Mijn handschoenen en sjaal ben ik, voor zover ik weet, al kwijt sinds de laatste Elfstedentocht. Jullie zetten de schaatsen in het vet als het kwik een daling inzet, ik mijn lippen. En mijn handen in de crème, eigenwijs als ik ben. Kouwe klauwen, niet te houwen!
Net toen deze winter streng aan de deur klopte, een paar weken geleden, besloot een huisgenoot van me – hij zou zo in dienst kunnen bij de bv Buurman en Buurman – om zijn verwarming te ontluchten, met een waterpomptang nota bene. SPLASH! Mijn bloedeigen, zalig warme radiatorwater tegen zíjn plafond. Da's niet eerlijk, o nee. Sindsdien kampt mijn huishouden met CV-strubbelingen en zit ik te vernikkelen in een kamer met enkel glas. Het maakt in zo'n geval niet uit met welk been je uit bed stapt; als het Siberische koufront zich direct buiten je deken bevindt stap je automatisch met het verkeerde been uit bed. 's Ochtends moet ik de neiging onderdrukken om me in de magnetron als een kat op te krullen naast mijn boterhammen. Gezellig samen ontdooien. Nee, in tegenstelling tot de rest van Nederland is mijn hartslag niet gaan stijgen toen het kwik begon te dalen. Ik gun anderen het allerbeste, echt waar, en als ik de krant moet geloven komt schaatsen op natuurijs dicht in de buurt van het allerbeste. En toch, voor mij is het niet weggelegd.

'Doe mij maar een
wak in de Rotte'

Niet dat ik schaatsen verafschuw. Ook bij mij roept natuurijs nostalgische gevoelens op. Op de sloot achter mijn oude ouderlijk huis, naast de Knabbelfarm en Jan Frantzen, ging ik als een speer met mijn ijzers onder. Maar alleen op de rechte stukken. Als de bocht naderde werd het noodgedwongen klunen. Dat heet 'kukelen' in schaatsjargon. Kent u dat?
Die ijzers ben ik ontgroeid en nu de dertig nadert voel ik me niet meer senang bij het idee om achter een stoel baantjes te trekken. Toch is het hartverwarmend om te zien bij anderen, ijspret. Grootouders die hun kleinkinderen de kneepjes van het vak leren en ondertussen hun jeugdsentiment influisteren. Vlotte jongens en meisjes onverstoorbaar op de buitenbaan, noeste werkers met sneeuwscheppen in de weer, ukkies die door een gebrek aan loopvermogen door papa of mama op sleeptouw worden genomen op een slee. Tot op zekere hoogte is schaatskoorts aandoenlijk, en besmettelijk.
Maar toch: doe mij maar een wak in de Rotte. En dan het liefst een wak zó groot dat sloepjes met halfnaakte scheepslui erin kunnen varen en gezwembroekte jeugd er bommetjes in kan maken. Sorry schaatsers! Ik warm me liever aan lentekriebels of zomerhitte dan aan schaatskoorts. Dat brandt beter en langduriger dan mijn verwarming.