Na het zuur het zoet voor IJsselvogels

KORFBAL
Moordrecht – Na zes wedstrijden was het tegen Ados (21-10) eindelijk raak voor IJsselvogels: de eerste overwinning in de zaal. "Zie je wel dat we het kunnen", zag trainer Glenn de Vries de bevestiging van wat zijn pupillen in hun mars hebben.

Niemand zal het weten, maar wellicht dat de presentator van de loterij, die IJsselvogels bij elke thuiswedstrijd houdt, een aandeel had in het succes van de Moordrechtse hoofdmacht. Na de allesbehalve geweldige eerste helft (6-6) gooide hij gretig de prijzen eruit: Engelse drop, nogablokken, bonbons en als klap op de vuurpijl een taart. Het passeren van zoveel zoetigheid deed bij de spelers het water in de mond lopen. Het zuur van de eerste vijf wedstrijden (drie nederlagen en twee gelijke spelen) moest en zou worden weggespoeld door het zoet van een overwinning. Trainer Glenn de Vries zag dat zijn aanpassingen zorgden voor een kloppend plaatje. "Eindelijk", verzuchtte hij. "Ik weet dat de spelers dit in zich hebben, maar het kwam er maar niet uit. Steeds was er een blokkade. Nu zijn we daar doorheen. Ik heb er vertrouwen in dat deze mix van spelconcept én vakindeling het begin is van een mooie reeks."
De Vries voelde zich de afgelopen twee maanden net een automonteur die na weer een aanrijding het defecte voertuig moest opknappen. Afgelopen week sleutelde hij zijn laatste problemen weg. Met een vakwissel, waarbij Kim Verbeek en Eva Haasbroek als ruilmiddel fungeerden, kreeg hij balans in het ene én het andere vak. "Eva en Kim hebben allebei specifieke kwaliteiten. Eva is ervaren en zorgt voor veel rust, Kim heeft een enorme actieradius en is beweeglijk. De spelers in beide vakken waren veel beter op elkaar afgestemd."
Na rust speelde IJsselvogels ontketend. Met een uitblinkende Lieke Verstoep (2 goals), Haasbroek (4) en Verbeek (4) walste de thuisploeg over Ados heen. "De eerste helft oogde misschien niet geweldig, maar daarin hebben we Ados wel kapot gespeeld", sprak De Vries. "Als we dit kunnen tegen de nummer twee waarom zouden we dat ook niet kunnen de komende zaterdagen?" stelde hij een retorische vraag.
(Erik van Leeuwen)