Afbeelding

Wandelen door Rome

Algemeen PraatPaal 327 keer gelezen

Op het moment dat jullie dit lezen ben ik in Rome. De eeuwige stad die rechts van de rivier Tiber werd gesticht op zeven heuvels. De stad van het zoete leven, la dolce vita, waar alles met stijl wordt gedaan. De caput mundi, de hoofdstad van de (oude) wereld, de stad waarvan elke straatsteen is beladen met heiligheid, historie en herinnering.

Dat is andere koek dan Zevenhuizen. Wij hebben wel (helaas nog maar heel even) een wereldwinkel, een wereldstad hebben we bepaald niet. Dat weet elke Zevenhuizenaar even goed als z'n eigen naam, maar alsnog zijn er grapjassen die ons inpeperen dat we best klein zijn. Van die lolbroeken die, als ze horen dat je uit Zevenhuizen komt, grijnzend opmerken: 'Daar staan zeker maar zeven huizen?' Zulke geinponems brengen die geniale grap alsof ze 'm zelf hebben uitgevonden.
Qua inwonertal lopen we een miljoentje of twee achter op Rome, qua jaarlijks bezoekersaantal een miljoentje of acht – dat wil niet zeggen dat Zevenhuizen geen trekpleisters heeft. In het historische centrum staat geen Trevifontein maar een turfsteker: nog geen hooligan heeft die kunnen slopen. We hebben een ruime keuze qua horeca en qua fietswinkels. We hebben een goede krullenkapper, we hebben fijne wandelroutes. Pas hoorde ik van die krullenkapper, die ook eens in Rome is geweest, dat je in die Italiaanse 'wereldstad' ook gewoon alles te voet kunt doen.

Dat had ik trouwens kunnen weten. In de vijfde klas ging ik namelijk met school op Romereis. Tien dagen lang de kunst en cultuur ervaren die ik tot dan slechts uit lesboeken kende. Rome wandelend verkennen was mij echter niet lang gegeven; de Italiaanse tackle die ik inzette op het trapveldje van de camping eindigde in een ontstoken voetwond. Halverwege was mijn Romereis al basta. Met de klas hadden we toen al wel de Sint-Pietersbasiliek bezocht.
In die kerk in Vaticaanstad staat een bronzen beeld van de Heilige Petrus. De rechtervoet van Petrus is door pelgrims en toeristen zo vaak aangeraakt dat er slechts een stomp van over is. Ook ik wreef, toeristisch-plechtmatig, over de versleten voet van de bronzen Petrus.
Over de betekenis van Petrus' voet toucheren doen uiteenlopende verhalen de ronde. Halen pelgrims zo een wit voetje bij de sleutelbewaarder van de hemelpoort? Dwingen toeristen zo een terugkeer naar Rome af, zoals op internet wordt beweerd met een beroep op een onbepaalde sage? Op basis van mijn kortstondige Rome-ervaring kan ook ik een verhaal bijschrijven in de stad die al zo beladen is met verhalen: wie Petrus' voet aait als ongelovige roept voetwondinfectie over zich af.
Er is in Rome ongetwijfeld meer te zien en ontdekken dan in good old Zevenhuizen, maar ik ga me daardoor niet laten afleiden of haasten. De stad wandelend verkennen, net als ik doe in Zevenhuizen. Uiteindelijk is Rome ook maar een plek waar slechts zeven heuvels staan.