De bijenbungalows op volkstuinencomplex De Peuleschil. (foto's en tekst: Silvia Markus)
De bijenbungalows op volkstuinencomplex De Peuleschil. (foto's en tekst: Silvia Markus)

Bijna half miljoen lieve bewoners in Peuleschil

Algemeen 363 keer gelezen

Zevenhuizen - "Dat is er één van mij. Kijk, ze heeft stuifmeel aan haar pootjes." Erik Tempelaars betreedt zijn volkstuin op het complex van De Peuleschil aan het Nijverheidscentrum en schiet meteen, vol enthousiasme, in de imker-modus.

Vijf van zijn tien bijenkasten heeft hij momenteel in de verhuur, in elk van de kasten huizen 80.000 bijen, die, niet allemaal tegelijk, welig tieren in de bloemrijke volkstuin, waar appel- en pruimenbomen volop in bloei staan. Ze vliegen af en aan op deze vroege morgen, waarop het kwik niet boven 14 graden uitkomt. "Theoretisch komen de bijen onder 15 graden hun huis niet uit," zegt de bijenhouder, "maar ik zie ze bij een temperatuur van -2 graden nog aan het werk. Als het zonnetje maar schijnt." Het gezellig ingerichte kasje op zijn perceel is een prima ambiance om de stand van het bijenland door te nemen. De imker annex volkstuinder zit hier sowieso graag. "Een prima manier om te ontstressen."
Het gaat niet goed met de bij, weet ook Tempelaars. "We moeten beginnen bij de kinderen, zij moeten weten dat zonder bijen er ook geen appels en peren zijn. Maar vooral moeten ze leren dat bijen nuttig zijn, niet eng." Kinderen denken dat bijen steken, maar de bij is van nature lief, weet Tempelaars. "En slim. Een bij weet als ze steekt, dat haar laatste daad is, daarna sterft ze. Ze heeft dus geen reden om te steken, behalve wanneer ze zichzelf of haar volk moet verdedigen."
Geen hotelgasten
De bijenhotels die de provinciale overheid verstrekt aan gemeenten en scholen, zullen geen bezoek krijgen van de Peuleschilbewoners. "Mijn bijen - van het Buckfast-soort, een Europese honingbij, red. - leven in volken en komen steevast terug op honk." Tempelaars tipt scholen een bijenkast te adopteren. "De kinderen kunnen de bijen aan het werk zien en de honing geef je ze op een boterham. Dat lijkt me een goede manier om goodwill te kweken voor de noodlijdende bij."
In China worden kinderen wel erg drastisch met de neus op de feiten gedrukt over de deplorabele stand van de bijenpopulatie. "Daar staan scholen leeg omdat kinderen moeten helpen de bomen handmatig te bevruchten. Ze krijgen een bamboestokje en potje stuifmeel en gaan bloemetje voor bloemetje te werk." Zo ver zal het in Nederland niet komen, Tempelaar merkt dat er steeds meer animo is voor het imkeren.
Met het kweken van goodwill is de bij nog niet gered, er moet meer gebeuren. "Iedereen kan zijn steentje bijdragen", begint de imker een opsomming van maatregelen. Een ervan is zorgen voor stuifmeel, nectar en propolis (kleverig goedje dat bijen verzamelen om hun huis te isoleren, onder andere afkomstig van de kastanje) voor de bijen. Wie veel ruimte heeft: plant een lindeboom. "Die bloeit in juni uitbundig en is dan een walhalla voor bijen." Maar ook een kleine tuin of balkon kan simpel omgetoverd worden tot bijenparadijs. "Hyacinten, blauwe druifjes, lelietjes van dalen: smullen voor een bij."
De Zevenhuizense bijen zijn geen hotelgasten, eerder fabrieksarbeiders. "Het meest economische volk", beweert de imker. "Een bij heeft één dag in haar/zijn leven vrij, dat is de dag van zijn geboorte. Daarna werkt de bij alleen nog keihard." Een 'werkster' bijvoorbeeld is de hele dag aan het soppen. Eerst moeten de cellen gepoetst, daarna wordt een dun laagje propolis aangebracht, dat desinfecteert. Dan zit haar werk er even op en kan de koningin haar eitjes leggen.
Vergeten hoekjes
Vroeger hadden boeren altijd wel een stukje grond waar ze niets mee konden, vergeten hoekjes. "Eldorado's voor bijen, ze nestelden in holle bomen en er waren volop bloemen." Die verloren hoekjes komen nooit meer terug. Door de ruilverkaveling zie je alleen nog kaarsrechte stukken land, die tot de laatste centimeter benut (moeten) worden.

Gif en pesticiden beperken is ook een maatregel, maar dat moet vooral van hogerhand geregeld worden; de Europese Commissie breekt er het hoofd over.
Wat voor imkers prio 1 is, is het bestrijden van de varroamijt, een slimme vijand van de bij. De parasiet, die weet dat de darren (mannetjesbijen) het langst op honk blijven, zoekt het liefst het 'mannenverblijf' in de kast op, zodat er genoeg tijd is om eitjes te leggen en uit te laten komen. "Wat ik doe om het ongedierte te bestrijden is in een bijenkast een raam met alleen darrenraat plaatsen en als die op uitkomen staat, vernietig ik het raam. Dan heb ik de darren geofferd, maar ben ook een hele generatie mijten kwijt." Darren zijn de minst actieve bijen, zij bevruchten de koningin, maar zijn verder nogal lui. "Ze hebben een hangplek, waar ze met een clubje wachten tot een 'mooie koningin' voorbij komt. Dan worden ze wel actief! De koningin gaat steeds hoger vliegen, de darren vallen een voor een vermoeid af, totdat 'de laatste der Mohikanen' de koningin mag bevruchten. Daarna is het klaar voor de dar, zijn leven zit erop. En dat heet dan de bruiloftsdans." De imker grijnst.

De bijenhoudende volkstuinder is vandaag niet in vol imkerornaat. Het uniform gaat pas aan als de honing uit de ramen wordt gehaald. "Dan zijn ze niet meer zo lief, en dat is goed te begrijpen want hun levenswerk wordt ze afgenomen."
De opbrengst van de huurwoningen van Tempelaars bedraagt jaarlijks zo'n 75 kilo honing.

Imker Erik Tempelaars inspecteert zijn bloeiende fruitbomen, onmisbaar voor zijn bijen.
24/7 bedrijvigheid in de bijenkast.
De Peuleschilbewoners hoeven hun voeten niet te vegen; het stuifmeel aan hun pootjes kan binnen goed gebruikt worden.