De industrie is volgens het RIVM verantwoordelijk voor 2 procent van de stikstofneerslag.
De industrie is volgens het RIVM verantwoordelijk voor 2 procent van de stikstofneerslag. Foto: Provincie Zuid-Holland

Vergunningverlening weer op gang met nieuwe stikstofregels

Algemeen Stikstof 187 keer gelezen

Regio - Initiatiefnemers die kunnen aantonen dat ze met hun activiteiten per saldo geen stikstof uitstoten, of dat dit geen significante effecten heeft op Natura 2000-gebieden, kunnen weer vergunningen krijgen. Zij zullen de uitstoot moeten beperken met schonere technieken, of een kleine stijging daarvan moeten verrekenen met een veel grotere daling van een andere bron.

Kern van de nieuwe regels is dat bij stikstofgerelateerde activiteiten nu van tevóren moet worden aangetoond dat onder andere de uitstoot van stikstof met zekerheid niet stijgt of zelfs afneemt. Voorheen - met het Programma Aanpak Stikstof (PAS) - mocht nog een voorschot worden genomen op toekomstige, verwáchte positieve effecten van maatregelen. De Raad van State zette in mei een streep door dat beleid.
Jeannette Baljeu, gedeputeerde in Zuid-Holland: "We hebben ervoor gekozen om kwetsbare natuurgebieden (Natura 2000-gebieden, red.) te beschermen. We zoeken een balans tussen bescherming van het milieu enerzijds en ruimte bieden voor de economie anderzijds. Dat is waar we nu mee bezig zijn."
Peter Drenth, gedeputeerde in Gelderland, noemt het op gang brengen van de vergunningverlening namens de twaalf provincies een belangrijke eerste stap: "De provincies zijn zich bewust van de grote maatschappelijke urgentie om beweging te krijgen in de vergunningverlening voor activiteiten waarbij stikstof vrijkomt na de uitspraak van de Raad van State (dat het PAS niet meer mag worden gebruikt, red). De samenleving staat nu stil."
De provincies hebben juridische spelregels opgesteld, die ervoor moeten zorgen dat de vergunningen die nu worden afgegeven recht doen aan de uitspraak van de Raad van State én juridisch houdbaar zijn. De stikstofuitstoot mag niet toenemen, en moet waar mogelijk zelfs verminderen.
Projecten die wél effect zouden hebben op de natuur, kunnen na toetsing mogelijk toch een vergunning krijgen. Daarbij telt of er geen alternatieven voor het project zijn, of er een dwingende reden van groot openbaar belang is en of er voldoende compenserende maatregelen worden getroffen.