Adriënne van Drunen met de één maand oude Majorine in haar armen. (tekst: Nicole Lamers)
Adriënne van Drunen met de één maand oude Majorine in haar armen. (tekst: Nicole Lamers)

Adriënne van Drunen: 'Noah's Ark in Uganda is mijn thuis'

Algemeen 606 keer gelezen

Waddinxveen - "Kinderen die op straat zijn gezet of te vondeling zijn gelegd weer een thuis bieden en ze zien opbloeien en opgroeien", dat is wat de 29-jarige Adriënne van Drunen uit Waddinxveen gelukkig maakt. Sinds een jaar is ze als 'vaste vrijwilliger' verbonden aan Noah's Ark Children's Ministry Uganda. Zodra ze erover vertelt, stralen haar ogen.

Noodgedwongen is ze nu even in Nederland, bij haar ouders thuis in Waddinxveen. Ze heeft een ontsteking in de maagstreek en moet onderzocht worden. "Mijn vader stond erop dat ik me in Nederland liet onderzoeken, omdat ik er al vier maanden mee rondloop. Op het eigen terrein van Noah's Ark hebben we wel een medisch centrum en is mijn bloed ook onderzocht, maar daar kwam verder niets uit. Ik hoop wel van ganser harte dat ik met kerst en de jaarwisseling weer thuis in Uganda kan zijn."

Noah's Ark is een interkerkelijke christelijke organisatie in Uganda die in 1999 is opgericht door Piet en Pita Buitendijk. Het is verre familie van Adriënne en zodoende werd daar vroeger thuis wel eens over gesproken. Haar nieuwsgierigheid was al vroeg gewekt en nadat ze haar middelbare school in Gouda had doorlopen en een opleiding had gevolgd voor management in de kinderopvang, ging ze via een organisatie die werkvakanties organiseert voor ruim twee weken naar Uganda, naar Noah's Ark.

Het was geen gezegende reis, want alles wat mis kon gaan, ging mis. Adriënne kwam op de eerste reisdag al ten val waardoor ze gewond raakte, ze kreeg kiespijn, kwam in een heftige storm terecht en bij thuiskomst in Nederland belandde ze in het ziekenhuis met een salmonella-besmetting. Desondanks was ze verliefd geworden; op het land, de cultuur en op Noah's Ark oftewel de kinderen.
Ze liep er in Uganda tegenaan dat haar Engels niet al te best was en dus besloot de Waddinxveense twee jaar lang naar een Bijbelschool te gaan in Amerika. Weer terug in Nederland ging ze aan de slag in de kinderopvang. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kan en dus besloot ze zo'n anderhalf jaar geleden opnieuw naar Uganda te vertrekken, maar nu permanent. "Dan geef je best wel wat op, ja. Je baan, je vrienden, familie, dus het was wel een enorme stap." Inmiddels draait ze alweer ruim een jaar mee op Noah's Ark. "Ik doe de mail, ik onderhoud het contact met stagiaires en ik haal ook kinderen op die zijn weggegooid." Weggegooid? "Die letterlijk op straat worden achtergelaten of te vondeling worden gelegd. Wij krijgen een telefoontje en melden ons dan bij het plaatselijk politiebureau waar zo'n kindje vaak terechtkomt." Waarom laat iemand zijn kind achter? "Dat kan zijn omdat iemand er niet voor kan zorgen, er heerst veel armoede en daarnaast komen ongewenste zwangerschappen ook veel voor. In Uganda kennen ze wel voorbehoedsmiddelen, maar het plegen van abortus is bijvoorbeeld wettelijk verboden."

Bij Noah's Ark worden momenteel zo'n 200 kinderen opgevangen. "Soms gaat het om tijdelijke opvang en soms totdat de jongvolwassene op eigen benen kan staan." Noah's Ark bestaat uit een kinderhuis, een gezondheidscentrum, er is een basisschool, een middelbare school, een kerk, een boerderij en family-units voor tieners die leren op eigen benen te staan. "Soms verzorgen we tijdelijk een baby. Mijn laatste meisje was Majorine. Ze was een maand oud, toen we een melding over haar kregen. Ik ben samen met Piet met de ambulance door de bush en de dorpen getrokken, op weg naar een kind dat ziek was. Ze had hoge koorts, haar huidje zag er slecht uit en haar ogen waren erg ontstoken. De dekens waarin ze was gewikkeld, zaten onder de poep. Door een verpleegkundige is ze medisch gecheckt en ik heb haar verschoond en gewassen. Uiteindelijk heb ik haar zes dagen dag en nacht in mijn eigen huisje op het terrein van Noah's Ark verzorgd. Ze huilde veel, dronk slecht en moest ook medisch verzorgd worden. Elke dag ging het een beetje beter. De dag dat ze voor het eerst haar flesje helemaal leeg dronk, heb ik het flesje op de foto gezet. Zo blij was ik. Ik droeg haar in een draagdoek op mijn lijf. Omdat de nachten gebroken waren, doe je het dan qua werk wat rustiger aan. Na zes dagen heb ik haar overgedragen aan de 'aunties en uncles', zo noemen we de vaste medewerkers. Bewust even wat afstand nemen. Maar ik blijf haar op afstand volgen, hoor. Het is een schatje zoals zoveel anderen."

Haar toekomst ziet Adriënne in Uganda, bij Noah's Ark. "Ik kan me niet voorstellen dat ik hier ooit nog weg ga. Dit is mijn thuis." Hoe ze het financieel allemaal doet? "Noah's Ark moet het hebben van giften. Ik ga jaarlijks ook een paar weken naar Nederland om hier presentaties te houden en bekendheid te geven aan dit project. En heel af en toe spreek ik mijn eigen spaarrekening aan (huis en eten worden bekostigd door de donateurs, red.). Weet je, ik zie dit als mijn roeping en dat ik daar gehoor aan kan geven, maakt me heel gelukkig." En wat als je verliefd wordt? "Dan moet hij maar naar Uganda komen", zegt ze met een brede grijns. Meer info: www.nacmu.org
(Nicole Lamers)