De broers Tim en Tom Coronel behaalden plek 25 in de Dakar Rally 2020.
De broers Tim en Tom Coronel behaalden plek 25 in de Dakar Rally 2020. Foto: pr

Tweelingbroers net terug uit Dakar, maar zijn al bezig met volgende race

Algemeen 378 keer gelezen

Alphen aan den Rijn - Tim Coronel en zijn tweelingbroer Tom (47) zijn niet weg te denken uit het Nederlandse racecircuit. De twee racen al jaren en deden ook dit jaar mee aan de Dakar Rally, die in januari plaatsvond. Na twee weken scheuren door de woestijnen van Saoedi-Arabië werd Team Coronel 25e. Hart van Holland sprak Tim, de bestuurder van het duo, over zijn race-ervaring en hoe de twee volgend jaar de top 20 willen halen.

Hoe is het allemaal begonnen?

Het is begonnen bij mijn opa, hij was Bertus van Hamersveld, van dat liedje van Normaal, "Bertus op z'n Norton en Tinus op de BSA". Je groeit ermee op. Het racen is eigenlijk als een tweede natuur bij ons binnen de familie. Misschien wisten we wel niet beter.

Wat maakt racen zo mooi?

Het afwegen van risico's, want dat is eigenlijk wat je continu doet. Iedereen kan natuurlijk hard de bocht in rijden, maarja, dan vlieg je er af. Je moet de ideale lijn volgen, op het juiste moment remmen, de auto's om je heen in de gaten houden, inhalen. 

Hoe ben je met de Dakar Rally in aanraking gekomen?

Daar is eigenlijk mijn vrouw de schuldige van, Gaby Uljee. Zij racete ook. Zij deed de persberichten voor een vriend van ons die meedeed, Marcel van Vliet. Toen ging ze met het persteam mee naar Dakar en zei ze: 'Tim, dat lijkt mij heel leuk om een keer samen te doen'. Toen hebben we er samen aan geproefd en vervolgens zijn we er verliefd op geworden.

Wat maakt Dakar zo speciaal?

Elke 100 meter is anders. Ik heb natuurlijk altijd geracet en ik race nog steeds, en op het circuit weet je in principe wat er komt. Bij Dakar heb je dat niet. Dus sporttechnisch is het, vind ik, veel meer een uitdaging. Het is echt een avontuur. Je moet leren overleven, je moet alles zelf maken. We bouwen de auto ook zelf.

Hoeveel weet je van te voren over de route?

Google Maps mag je niet gebruiken, kaarten ook niet. Als je in het veld zit, dan rijd je op een CAP-koers, dus op kompas. Dus 20 kilometer lang moet je CAP 220 aanhouden. Alleen, dat kun je niet continu doen want je hebt afgronden, je hebt bergen; daar laveer je een beetje omheen.

Hoe is de verdeling tussen jullie tweeën?

Tom navigeert en ik rij. Puur omdat het zo een beetje is ontstaan. Tom mag van mij ook rijden, maar hij zegt: 'Tim, dat gaat zo goed, rij jij maar'. Dat is een hele leuke rolverdeling.

Op welke momenten ontstaat er wrijving tussen jullie?

Als ik een bepaalde keuze maak ten opzichte van de ondergrond en Tom is het daar niet mee eens. Ja, dat heb je dan. Maar als je uiteindelijk bij het doel bent, dan weet je: dit was weer goed.

Hoe ging Dakar er afgelopen keer aan toe?

Het was verrassend, omdat er zo veel verschillende ondergronden en landschappen langskwamen. Dat had ik niet verwacht in Saoedi-Arabië. Ik dacht dat het gewoon een grote zandbak was, maar tussendoor heb je nog heel veel andere elementen.

Zoals?

Je hebt heel veel mooie canyons, dus dat is met stenen en stof. Dan ineens zit je midden in de duinen; rode duinen, die zijn wat harder; en zachte duinen. Dan heb je mooie paden, vegetatie. Het is heel verschillend en dat vond ik echt prachtig.

Wat was de grootste uitdaging?

Dat is natuurlijk altijd dat je heelhuids binnenkomt en dat je ondertussen geen fouten maakt. De duinen, vooral de tweede week, waren heel zacht en heel gemeen. Dat had ik niet verwacht.

En toen kwam de koprol?

Ja. Er waren meer deelnemers die dat overkwam en wij deden mee. Toevallig was er een coureur achter ons, en die heeft ons rechtgetrokken. Toen hebben we alle spullen weer bij elkaar verzameld en gekeken of we iets moesten repareren. Dat hoefde gelukkig niet. Erna hup, weer zo snel mogelijk door naar de finish.

Maar jullie zijn toch concurrenten?

Ja, maar met Dakar help je elkaar altijd. Dat is gewoon een regel. Zij kunnen op een knopje drukken en dan staat hun tijd stil en als ze dan weer wegrijden, kunnen ze dat achteraf via de GPS inlezen. De andere deelnemers verliezen geen tijd.

Hebben jullie dit jaar een lijst met verbeterpunten opgesteld?

Natuurlijk. Op nummer 1 staat snelheid. Dat kun je dan vertalen in verschillende dingen, langere overbrenging, betere luchtstroom, meer PK's, betere uitlijning, dat soort zaken.

Wat zijn de plannen voor de komende tijd?

We willen in augustus de auto af hebben, zodat we die nog kunnen testen en misschien wel de Rallye du Maroc rijden. Tussendoor bouwen we aan de auto, er zijn 300 elementen die nog gedaan moeten worden. Elke dinsdag en donderdag zijn we met veertien man aan het werk. Daar vergissen mensen zich in. Hij gaat helemaal uit elkaar en weer in elkaar, net zolang tot hij goed is.

Het hele jaar staat dus echt in het teken van Dakar?

Zeker, it's a way of life.