Jim Heijman in zijn finalepartij tegen Coen van Winden.
Jim Heijman in zijn finalepartij tegen Coen van Winden. Foto: Archiefbeeld HvH

Jim Heijman heeft gewillige sparringpartner

Sport 749 keer gelezen

JUDO
Nieuwerkerk aan den IJssel - “Ik probeer er het beste van te maken”, zegt judoka Jim Heijman. Bij gebrek aan tegenstanders heeft zijn vader zich opgeworpen als sparringpartner. “Hij werkt lekker mee.”

Door Erik van Leeuwen

Afgelopen week gingen de deuren van het nationaal trainingscentrum op Papendal weer open, maar de zaal naar de judomat bleef wel op slot. Heijman en de andere leden van de nationale judoselectie zijn nog niet welkom. “Als er één sport een contactsport is, dan is het judo wel.”

Heijman (23) is dan ook nauwelijks verbaasd. “De atleten kunnen buiten gewoon hun programma draaien. Wij als judoka’s kunnen onmogelijk die anderhalve meter afstand aanhouden. Wellicht dat het krachthonk binnenkort wel open gaat.”

Voor Heijman, afgelopen jaar gekozen tot sportman van Zuidplas, heeft de sluiting van Papendal ook een praktisch voordeel. Hij heeft veel meer tijd, tijd die anders opgaat aan reizen. 

“Ik studeer nog op de TU in Delft. Daar deed ik vanwege mijn sport de helft van de vakken. Ik heb nu veel meer tijd, ook omdat alles voor mijn studie online wordt aangeboden. Ik heb er intussen een vak bijgenomen. Een half uur na mijn training kan ik al achter de computer zitten.”

Dat trainen gaat hem, ondanks de beperkende maatregelen, goed af. “Met mijn ouders woon ik op een boot. Daar hebben we de benedenverdieping ingericht als binnengym. Daar ben ik veel te vinden.”

Daarnaast rijdt hij één, twee per week naar Amsterdam. “Een vader van een vriend van mij die ook in Papendal traint heeft een sportschool. Ze hebben toestellen in hun achtertuin gezet. Daar kan ik terecht voor het echte krachtwerk.”

Uitdagingen
“Daarnaast probeert de coach ons via de groepsapp te prikkelen met uitdagingen. Dat kan van alles zijn. Afgelopen week moesten we zo veel mogelijk calorieën verbranden. Dus was het veel hardlopen en fietsen.”

Bij het hardlopen krijgt hij regelmatig gezelschap van zijn vader. “Die is nog heel fit. Hij loopt sneller op de langste afstand dan ik. Als judoka heb ik een heel andere conditie, vooral interval.”

“Handig hoor, zo’n vader”, zegt Heijman, die zijn pa inmiddels heeft omgedoopt tot sparringpartner. “De echte judogevechten kon ik niet trainen. Met mijn vader kan ik het pakkingsgevecht nu wel doen. Of ik hem spaar? Nee, hij kan wel tegen een stootje. Hij begint eraan te wennen. De eerste keer zaten zijn vingers onder het bloed. Maar voor mij is het ideaal. Het pakken, de knijpkracht, dat zou ik anders niet kunnen doen.”

Vriendin
Zijn vriendin was in het coronatijdperk zijn eerste sparringpartner. Heijman: “Maar dat was geen succes. Ze zat na de eerste keer meteen onder de blauwe plekken. Mijn vader is als bokser meer gewend.”

Het is in deze tijd moeilijk doelen te stellen, weet Heijman ook. “Wanneer we weer op de mat mogen staan is de grote vraag, laat staan wanneer er weer internationale wedstrijden worden georganiseerd. Het seizoen loopt normaal tot begin november. Ik hou er rekening mee dat er geen wedstrijden meer zijn.”

Hij is in elk geval fit en heeft geen last van coronakilo’s. “Ik zit nog niet in een hogere gewichtsklasse.”