Zuidplas bouwt volop: ‘Nog geen witte rook Vijfde Dorp’

Nieuwerkerk aan den IJssel – Volgens wethouder Jan Hordijk is er op korte termijn nog ‘geen witte rook’ te verwachten voor het Vijfde Dorp. “We zijn druk aan het onderhandelen.”

Door Erik van Leeuwen

Hordijk zei dat bij de presentatie van de jaarstukken en de zomernota van het college. Op het gebied van Ruimtelijke Ontwikkeling heeft Zuidplas een zeer bedrijvig jaar achter de rug. “Dat moet ook, want we zijn een groeigemeente”, zei Hordijk.

Afgelopen jaar werden in Zuidplas 485 nieuwe woningen opgeleverd. De komende jaren gaat het college uit van een groei van duizend inwoners per jaar. Dat aantal kan nog stijgen als Zuidplas en de andere partners in de Grondbank tot overeenstemming komen over de ontwikkeling van het middengebied in de Zuidplaspolder.

Op dit moment wordt druk onderhandeld over de voorwaarden. “Het is ingewikkeld en spannend tegelijk”, aldus Hordijk, die weinig kwijt wil over de stappen die worden gezet. Volgens hem kan dat de voortgang schaden. 

“Een broedende kip moet je niet willen storen”, viel burgemeester Han Weber hem bij. Hordijk: “Dat is waar, maar als een broedende kip te lang op zijn ei zit, is het ook niet goed.” Daarmee gaf hij aan wel tempo te willen maken. “Andere partijen opjagen, dat is ook niet de bedoeling.”

Geruchten
De gemeenteraad wordt binnenkort in twee besloten sessies bijgepraat over de voortgang in wat Hordijk eerder al noemde ‘het grootste project van de gemeente in de geschiedenis’. In de concept-ontwikkelvisie wordt uitgegaan van vierduizend woningen, maar er doen geruchten de ronde dat dat aantal aan verandering onderhevig is. Hordijk: “Ik ga niet in op geruchten, ook niet op uitspraken van individuele raadsleden, wethouders dan wel een gedeputeerde.”

Hordijk gaf wel aan tevreden te zijn over de ruimtelijke ontwikkelingen in het algemeen.
“We bouwen heel divers en dat moet ook. Sociale woningen, twee-kappers en ook middenwoningen. Wij staan voor een gevarieerd woningaanbod. Daarom zou ik het leuk vinden als ik over een tijdje een openingshandeling kan verrichten van een ‘knarrenhof’ of iets dergelijks. Er zijn wel initiatieven op dat gebied, maar die zitten nog in een premature fase.”