‘Op de Rotte móet je geschaatst hebben’

Zevenhuizen - Schaats zo dicht mogelijk bij huis, zo roepen de politiebond en boa’s op, om te voorkomen dat dit weekend parkeerplaatsen en toegangswegen naar schaatsgebieden moeten worden afgesloten. In de Zevenhuizense Eendragtspolder en Rottemeren was het vrijdag al redelijk druk met schaatsers, ijssurfers en een enkele kiteschaatser.

Op de onbeschutte Zevenhuizense roeibaan woei de oostenwind fris. Toch werd het er na het middaguur steeds drukker, net als op het ijs langs de Slingerkade (waar de sliert in de berm geparkeerde auto’s gestaag aangroeide) en op de Rotte bij eetcafé De Roerdomp.

Schoonzussen Florien Koot (60) uit Capelle aan den IJssel en Annemieke Koot (49) uit Bergschenhoek besloten na een tochtje op de roeibaan de schaatsen weer even te verruilen voor schoenen en terug te lopen naar de Rotte, waar ze eerder waren begonnen met schaatsen. “Het ijs van de roeibaan is prachtig hoor. Maar op de Rotte hierachter is het minder winderig en wordt warme chocolademelk en erwtensoep uitgedeeld.”

Bovendien gaat er niets boven de Rotte, vindt de van oorsprong Rotterdamse Florien. “Wij hebben iets met de Rotte. Normaal gesproken roeien we erop, maar op de Rotte móet je ook geschaatst hebben. Ik deed het als kind al.”

Die gedachte werd door velen gedeeld, zo bleek na een korte wandeling. Op volle steigers werden schaatsen aan- en uitgetrokken, waarbij de anderhalvemeterregel soms niet leek te bestaan. Eenmaal op het ijs was er voor iedereen een zee van ruimte.

Geen evenementen
“We zeiden het met kerst al tegen elkaar: je zult zien dat er ijs komt”, zei Leontine van de Steenhoven, die vanuit de tuin rondom het gesloten eetcafé van haar en haar echtgenoot de drukte gadesloeg. “Het is jammer dat er geen evenementen kunnen worden georganiseerd. Met een in de avond verlichte baan en een muziekje erbij was het natuurlijk allemaal veel leuker geweest. Maar met deze ijsdikte had een Rottemerentocht er sowieso niet in gezeten; het ijs was vanochtend zeven centimeter dik. Voor de Rottemerentocht moet het twaalf centimeter zijn.”

Met echtgenoot Michael en een deel van hun personeel besloot ze de schaatsers die tóch wel naar het ijs komen, te trakteren op iets warms. “Gewoon omdat we het leuk vinden, vanuit ons hart. Dat is veel relaxter dan wanneer we als ondernemers koek en zopie ‘to go’ waren gaan verkopen. Dan hadden we als politieagenten de coronaregels moeten handhaven. Nu delen we wat uit zolang het leuk is, en als het té druk wordt, pakken we de boel in.”

Van de soep en chocolademelk maakten de twintigers Lucas en Vincent Stolk uit Zevenhuizen en Jorny Vos uit Zoetermeer aan het begin van de middag geen gebruik. Zij brachten hun eigen opwarmertjes mee. Met een paar last minute op Marktplaats geregelde schaatsen onder, stapte Lucas Stolk als laatste van zijn kameraden het ijs van de Zevenhuizense roeibaan op. Op de kant een inmiddels aangebroken kratje bier achterlatend, dat ze niet van plan waren uit het oog te verliezen. “We blijven in de buurt.”