Verdeeldheid over Rotte in 2030

Bergschenhoek – Het gebied rondom de Rotte moet in 2030 nog mooier, natuurlijker en ‘beleefbaarder’ worden dan het nu is. Dat is de opgave die het Recreatieschap Rottemeren begin dit jaar heeft geformuleerd in het ontwikkelplan voor het toekomstige Landschapspark de Rotte. Maar waarmee en met wie moet dan allemaal rekening worden gehouden? Deze vraag stond centraal tijdens de Rotteconferentie op vrijdag 3 september.

Door Myriam Dijck

De derde editie van de Rotteconferentie vond plaats in een volle tent met 120 aanwezigen. Georganiseerd door stichting Plezierrivier de Rotte en alliantie GroenBlauwe Rotte werden de plannen voor het Landschapspark de Rotte gepresenteerd. Dit landschapspark omvat zowel de Rottemeren als de volledige loop van de Rotte – vanaf de bron in Moerkapelle tot de samenloop met de Maas in Rotterdam – en een aantal polders er omheen.

Ongelukkig gekozen
Eén van de sprekers tijdens de conferentie was provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit (PARK) Noël van Dooren. Hij plaatste een kritische noot bij de plannen, met name wat betreft de positie van de landbouw. Hij zei dat rondom de Rotte een kwart van de uien voor supermarkt Albert Heijn worden geteeld. “Iets om trots op te zijn.”
Desondanks zou de landbouwsector niet tot zijn recht komen in de plannen. Daarbij merkte hij op dat hij de naam ‘Plezierrivier de Rotte’ ongelukkig gekozen vond. “De landbouw moet niet als probleem worden gezien, maar je zou ze met open armen moeten uitnodigen.”

Later in de conferentie ging wethouder van Zuidplas Daan de Haas, die tevens in het dagelijks bestuur van Recreatieschap Rottemeren zit, hier verder op in. De Haas: “Eén van de aanwezige agrariërs vertelde mij: zodra jullie iets een ‘park’ noemen, dan kan ik geen hypotheek meer aanvragen. We zullen het vertrouwen van de boeren moeten terugwinnen.”

Niet gehoord
Naast de algemene presentaties werden er in kleine groepen workshops gehouden. Eén daarvan ging over sport en bereikbaarheid. Corry van der Ham uit Oud Verlaat, die daar namens roeivereniging De Maas aan deelnam, zei dubbele gevoelens te hebben bij de plannen om meer sport- en recreatievoorzieningen te creëren.
“De vraag is: is er wel plaats voor meer? Bij mooi weer zitten sommige stukken van de Rotte al bomvol en dat neemt jaar op jaar alleen maar toe. In het weekend stinkt het overal naar diesel door de gemotoriseerde sloepjes en op snelheidsovertreders wordt nauwelijks gehandhaafd.”

Ze is bang dat er voorbij wordt gegaan aan de bestaande faciliteiten ten faveure van nieuwe plannen. Ze pleit daarom voor betere openbaarvervoerverbindingen, zoals een buurtbus, naar de Willem-Alexander Baan. “Op de roeibaan, daar is de ruimte.”

Daarnaast zegt ze als bewoner nauwelijks betrokken te zijn in de plannen. “Er is te weinig communicatie met de buurt zelf. Wij als bewoners en als roeiers zitten niet aan tafel omdat we tot nu toe niet zijn uitgenodigd.” En zelfs als je als bewoner weet dat er plannen liggen, vervolgt ze, is inspraak lastig omdat er zoveel verschillende organisaties bij betrokken zijn.

Uitvoeringsagenda
Tijdens de eindspeech van De Haas verzekerde hij de aanwezigen dat alle opmerkingen en suggesties uit de workshops worden meegenomen. Eind dit jaar moet de ‘uitvoeringsagenda’ van Landschapspark de Rotte klaar zijn. Hierin wordt beschreven hoe de ambities uit het ontwikkelplan praktisch worden uitgevoerd.