Charlie Barto stopt na dit seizoen bij De IJssel

HOCKEY
Nieuwerkerk aan den IJssel – Het verblijf van Charlie Barto als trainer/coach van de hockeyers van De IJssel blijft beperkt tot één seizoen. De oefenmeester stopt na de huidige competitie op sportpark Dorrestein.

Barto volgde vorig jaar zomer de naar HC Westland vertrokken Willem Kauffmann op. Hij heeft dit seizoen met De IJssel met een dominerende speelwijze het nodige succes. Daarom komt het vertrek van Barto enigszins als een verrassing. “Om door te gaan kijk ik altijd naar drie basisvoorwaarden. Twee waren er in orde. We hebben dit seizoen qua spel veel progressie gemaakt en we doen dat met veel lol met elkaar. Wat ik mis is het volledige commitment van de spelersgroep. Dat is geen verwijt, maar een constatering”, aldus Barto.

Volgens Barto maken veel zaken samen dat commitment. “Het gaat om het plannen van je vakantie om de wedstrijden heen, maar ook om de manier waarop je met je lichaam bezig bent. Dat je fit bent en op tijd je rust neemt. Ik denk niet dat deze spelersgroep een dergelijk commitment kan geven. Dat is wel nodig als je wilt werken aan meer intensiteit van trainingen. Ik zie de ontwikkeling van een ploeg als een trap beklimmen. Elke keer probeer je een stapje te zetten en de volgende trede te nemen. Ik ben fanatiek en wil altijd het maximale eruit halen.”

Barto heeft al een nieuwe club gevonden. Hij maakt komend seizoen deel uit van de staf van overgangsklasser Leonidas in Rotterdam. “Samen met een vriend ga ik daar het eerste team doen.”

Barto wil in elk geval op gepaste wijze afscheid nemen van De IJssel. “Dat betekent zo hoog mogelijk eindigen.” Zondag op bezoek bij Rijswijk morste de Nieuwerkerkse formatie echter twee punten. “Onze eerste tien minuten waren goed, daarna was het vooral hard werken en weinig mooi spel. Maar hard werken kan ook in schoonheid. Rijswijk had de meeste kansen, maar onze keeper, Pascal Martens, was erg goed.”

Barto hoopt met De IJssel, dat nu achtste staat, nog twee of drie plaatsjes te stijgen. “Om vijfde te worden moet er nog een hoop gebeuren, maar we gaan er wel voor.”