Happy topschutter en keeperstrainer

VOETBAL
Nieuwerkerk aan den IJssel – De laatste thuiswedstrijd van Nieuwerkerk dit seizoen stond in het teken van afscheid nemen. De doelpunten van Stefan van der Vlegel zullen gemist worden, de lach en het enthousiasme van keeperstrainer Theo Speelmeijer evenzeer.

Voor Speelmeijer kwam een einde aan een lang Nieuwerkerks avontuur. De oud-keeper van DS’79 en FC Dordrecht, die tot een respectabel aantal wedstrijden op eerste divisie-niveau kwam, had in die periode de keepers van de selectie onder zijn hoede. Het is voor hem niet moeilijk om dat rijtje keepers op te noemen, want zo veel waren dat er niet. “Sander Hoffman, Roy Spierings en Kevin de Geus, dus heel lang en vaak dezelfde jongens”, zegt hij. “Ik kon goed opschieten met die gasten, anders blijf je niet zo lang.” Z’n typische pretoogjes glimmen
Toen Speelmeijer zelf keepte, was er veel minder aandacht voor de doelman. “Bij DS’79 en FC Dordrecht hadden we niet eens een speciale keeperstrainer. Simon Kistemaker trainde me. Dat was vaak in de ochtend.”
Speelmeijer moest het van zijn reflexen hebben en zeker niet van zijn lengte. “Jongens hebben wel eens tegen me gezegd: Theo, als je tien centimeter groter zou zijn, zou je een topper zijn. Ach, in profvoetbal moet je geluk hebben. Ik ben al snel afgekeurd voor het spelen van betaald voetbal, maar heb daarna nog wel op het hoogste amateurniveau gespeeld.”
De doelman, die bij Sparta achter Ed de Goeij tweede keeper was, werd na zijn actieve carrière keeperstrainer. Via Kozakken Boys en Barendrecht kwam hij ruim tien jaar geleden in Nieuwerkerk terecht. “Ik heb altijd een klik gehad met die jongens. Ik ben fanatiek en hou van twee keer hard trainen in de week. Maar ik ben nu 58, het is mooi geweest. Deze oude man moet met pensioen.”

Droomseizoen
Stefan van der Vlegel kende een droomseizoen met Nieuwerkerk, hij scoorde 24 keer. “Ik sta er ook zelf wel van te kijken. Ik word vaak een aanvaller genoemd, maar ben een middenvelder. Als je dan 24 keer scoort, dan is dat boven alle verwachting.”

Toen Nieuwerkerk in het eerste seizoen in de vierde klasse kampioen werd, liet Van der Vlegel ook al zien dat hij makkelijk scoort. Die twintig goals vallen volgens hem niet te vergelijken met de 24 van dit seizoen. “Dit is een heel ander niveau.”

Zijn kracht is zijn lopende actie, waardoor hij voor tegenstanders moeilijk te peilen is. Lachend: “Er is dit seizoen al een paar keer een tegenstander na afloop naar mij toegekomen met de opmerking dat ik een hele vervelende speler voor zijn elftal was.”

Hij deelt zijn succes graag met zijn medespelers. “Zonder hen was het echt niet gelukt om zoveel te scoren. We hebben voorin zoveel kwaliteit dat ik daardoor de kans ook krijg om veel voorin te komen. De komst van Rowendey Schoop is voor mij heel belangrijk geweest. Hij heeft altijd oog voor mij, maar is meteen ook een bliksemafleider. De laatste wedstrijden heb ik niet gescoord en dat komt ook doordat Rowendey er niet bij was.” (Erik van Leeuwen)