Dijkwachten gingen afgelopen week op pad om de dijken te controleren.
Dijkwachten gingen afgelopen week op pad om de dijken te controleren. (foto: Matti van Veelen)

Met prikstokken op scheurenjacht op Rottedijk

Algemeen 432 keer gelezen

Zevenhuizen - De Zuidplaspolder is de laagste polder van Europa. Het hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard (HHSK) beheert het water, de dijken, sluizen en gemalen in deze regio. De dijken beschermen tegen overstromingen, met sluizen en gemalen wordt ervoor gezorgd dat het water niet te hoog en niet te laag staat. Bij het beheer kan het hoogheemraadschap een beroep doen op vrijwillige dijkwachten. Eind juli kwamen zij in actie.

Door Matti van Veelen

Door de aanhoudende droogte is het hoogheemraadschap extra alert op het ontstaan van schade aan dijken. Van 27 tot en met 31 juli gingen 130 vrijwillige dijkwachten op pad om de dijken in het gebied te controleren; een unieke maatregel die het hoogheemraadschap niet vaak hoeft in te zetten. In tweetallen gingen ze op pad en kregen elk een stuk dijk toegewezen om te controleren. De dijkwachten zijn getraind om tekenen van (beginnende) schade te herkennen.

Stevig stuk
Op de eerste inspectiedag namen vrijwillige dijkwacht Anton Eikelenboom en Justin ‘t Hart, inspecteur bij HHSK, de Rottekade vanaf de Jachthaven Rottemeren tot aan de Pekhuisbrug in Zevenhuizen onder de loep. “Ik ben graag buiten”, vertelde Zevenhuizenaar Eikelenboom. “Daarom heb ik mij tien jaar geleden aangemeld als dijkwacht. Het is de derde keer in al die jaren dat ik de dijk inspecteer. Tijdens de vorige controle, in de droge zomer van 2020, was er helemaal niets aan de hand. Dit is dan ook wel een stevig stuk van de Rottedijk.”

Ook ‘t Hart is graag buiten. Hij studeerde watermanagement in Zeeland. “Ik vind de klimaatverandering interessant en wil graag mijn steentje bijdragen aan een veilige leefomgeving in de polder. Noodgedwongen zijn we in Nederland al honderden jaren bezig met waterkeringen en daar hebben we een enorme expertise in ontwikkeld.”

Woelmuizen
Tijdens de inspectie letten de dijkwachten op scheuren en andere afwijkingen. “Veenkades zoals deze hebben de neiging om in te klinken. Daardoor zijn ze gevoeliger voor droogte dan bijvoorbeeld rivierdijken,” aldus ‘t Hart. Prikkend met stokken stuitten hij en zijn metgezel op molshopen en gaten van woelmuizen, te herkennen aan kale plekken. De gaten, die uiteindelijk een scheur kunnen veroorzaken, werden opgemeten en via een app doorgegeven aan HHSK. Op 1 augustus zijn alle waarnemingen op basis van ernst gewogen. Bij echt ernstige afwijkingen werden op de inspectiedag zelf al maatregelen genomen.
Op grote kale plekken is gras gezaaid. Een goede grasmat is belangrijk om de dijk goed bestand te laten zijn tegen hoog water. Woelmuizen worden niet bestreden. Wel hangen er nestkasten voor roofvogels die het woelmuizenbestand in toom houden. Twee keer per jaar wordt het gras gemaaid volgens een maaischema. Eerst het bovenste deel van de dijk, een maand later het onderste deel.

Waakzaam
Op hun inspectieronde ontdekten ‘t Hart en Eikelenboom 27 juli een plek om in de gaten te houden: een scheur van tien centimeter diep over een lengte van vier meter in het binnentalud. Niet heel ernstig, want er waren geen dwarsscheuren, maar zeker iets om waakzaam op te blijven.