Traagheid bij inbreilocaties tart raad

Zuidplas – Ruimtelijke ontwikkelingen in dorpscentra die vertraging oplopen en/of mislukken: ze zijn een doorn in het oog van de gemeenteraad. Een oplossing voor een grotere kans van slagen van ‘inbreilocaties’ is echter niet zomaar gevonden. “Veel factoren spelen een rol.”

Door Erik van Leeuwen

De gemeenteraad maakt zich al een tijdje zorgen over inbreilocaties. De ontwikkeling van deze locaties is een probleem waarmee alle vier de dorpen in Zuidplas te maken hebben. Voorbeelden zijn de graansilo in Zevenhuizen en het Posthuis in Moordrecht. Dat laatste pand wacht al bijna tien jaar op ontwikkeling. In de tussentijd is het al wel diverse keren van eigenaar verwisseld.

Voorwaarden
Op verzoek van PvdA/GroenLinks en de VVD discussieerde de raadscommissie Ruimte vorige week over hoe de gemeente toekomstige ontwikkelingen kan bevorderen. “Je ziet nu dat het niet ontwikkelen van locaties ten koste gaat van de kwaliteit van de leefomgeving. Dat is niet goed”, zei PvdA/GroenLinks-raadslid Martin Damen. Hij en ook VVD-collega Leendert Karreman wilden weten of de gemeente voorwaarden kan creëren die de kans van slagen van een project doen toenemen.
De gemeente erkent het probleem van langlopende kwesties, maar wethouder Jan Willem Schuurman wees erop dat er ook veel inbreilocaties zijn waar wel met succes een ontwikkeling heeft plaatsgevonden. “Daarnaast zijn er in de afgelopen periode een aantal ‘cold cases’, zoals wij ze noemen, opgelost.”

Volgens Richard Sessink, hoofd grondzaken van de gemeente, is ontwikkelen in bestaand gebied altijd lastiger dan aan de rand van een dorp. “Een bestaande situatie maakt het op voorhand al spannender. De mate van participatie is vele malen groter. Daarnaast hebben we te maken met wet- en regelgeving. Die moet worden nageleefd.”

Eén van de punten waarop een ontwikkeling nogal eens vastloopt, is het aantal parkeerplaatsen. Zuidplas hanteert een parkeernorm en daar moet een toekomstige ontwikkeling aan voldoen. “Vaak zie je dat op die plekken het parkeren al flink onder druk staat”, gaf Sessink aan.

“Er kan ook vertraging zijn door de ontdekking van vleermuizen. Dat is bij de graansilo het geval.”
Dat een project vastloopt, heeft echter vooral te maken met de ontwikkelaar. Zij schatten vaak de toekomstige ontwikkeling te rooskleurig in en dat zorgt voor druk op de financiën. “Als je als ontwikkelaar rekening houdt met tien appartementen en dat aantal niet past bij de eisen, is er een probleem. Over het algemeen wordt de grond voor een te hoog bedrag gekocht van de eigenaar.”

Ondernemersrisico
Karreman vreest dat met een economische crisis op komst het aantal vastlopende inbreilocaties alleen maar zal toenemen. Hij vroeg zich af of de gemeente meer kan doen. “We denken al erg mee”, reageerde de wethouder. “We proberen waar mogelijk creatieve oplossingen aan te dragen. Aan het ondernemersrisico kunnen we niks doen.”

“Kijk eerst naar de doelgroep die je wil huisvesten en zoek daar een initiatief bij”, opperde Peter Molenaar (ChristenUnie/SGP). “Ouderen lijken mij een prima doelgroep om te wonen in dorpscentra. Ze maken minder gebruik van auto’s en je hebt dus minder parkeerproblemen. Alle maatschappelijke voorzieningen zijn op loopafstand.” Sep Pouwels (Groep Pouwels) voegde daar ook ‘starters’ bij.