De opvanglocatie komt op het laatste braakliggende stuk op het bedrijventerrein Kleine Vink.
De opvanglocatie komt op het laatste braakliggende stuk op het bedrijventerrein Kleine Vink.

‘Bedrijventerrein Kleine Vink is geen woonplek’

Algemeen 755 keer gelezen

Nieuwerkerk aan den IJssel - Ondernemers op bedrijventerrein Kleine Vink hebben tijdens een informatieavond hun ongenoegen geuit over het voornemen van de gemeente om op het terrein een opvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen te vestigen.

De ondernemers vinden dat het bedrijventerrein niet de juiste plek is om honderddertig Oekraïners op te vangen. “We zijn een bedrijventerrein, geen woonplek”, zei één van de ondernemers donderdag bij de informatiebijeenkomst in het gemeentehuis. De ondernemers maken zich vooral zorgen over de verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Op dat laatste is geen toezicht.

De verkeerssituatie op het terrein is niet toegerust voor een verblijf van een grote groep mensen, onder wie ook kleine kinderen. “Ik moet er niet aan denken dat ik een kind op een fiets aanrijd”, reageerde een ondernemer.
Volgens de betrokkenen is de verkeersveiligheid op het bedrijventerrein al langer een probleem. De Kleine Vink is een dertigkilometerzone, maar er wordt vaak veel harder gereden. “Het is soms net een racebaan. Er zijn pakketbezorgers die erin slagen honderd of honderdtwintig kilometer per uur te rijden.”
De verkeersveiligheid werd eerder door de ondernemers bij de gemeente aangekaart, maar die zou volgens hen weinig hebben gedaan. Burgemeester Han Weber en wethouder Jan Willem Schuurman beloofden afgelopen week dat de gemeente samen met de ondernemers gaat kijken naar de verkeerssituatie.

De opvanglocatie voor de honderddertig Oekraïners komt op kavel 13, het laatste braakliggende stuk op het bedrijventerrein. De gemeente wil daar 41 demonteerbare appartementen, zogenoemde flexwoningen, neerzetten.

De situatie is niet te vergelijken met de Oase in Dorrestein, waar op dit moment 109 voor de oorlog gevluchte Oekraïners worden opgevangen. “Daar is sprake van een hotelconcept, hier willen we kiezen voor een woonconcept”, lichtte gemeentelijk projectleider Carel Smits toe. “In de Oase hebben de mensen eigen kamers, maar zijn ze voor douche- en toiletgebruik, eten en andere activiteiten aangewezen op algemene ruimtes. Gezien de korte voorbereidingstijd was dat op dat moment een logische keuze, maar in de opvang op Kleine Vink willen we de mensen een comfortabelere opvang bieden, waar ze meer op zichzelf kunnen zijn.”

De woningen, te verdelen in twee-, vier- en zespersoonsappartementen, hebben een woonkamer, slaapgedeelte en een keuken. Het gaat om vier bouwvolumes. Er is daarnaast één algemene ruimte. Onder de galerijen wordt een binnenplaatsje gecreëerd.
Er komen volgens Smits drie woonlagen, omdat dat volgens hem past bij de bouw op het bedrijventerrein. “Voor de hoogte moet je denken aan tien, twaalf meter.”

De flexappartementen krijgen aan de buitenzijde een houtlook. “We willen de mensen een fatsoenlijk en netjes onderkomen bieden”, voegde burgemeester Weber eraan toe. “We vinden het belangrijk dat het een kwalitatief goede uitstraling heeft en niet uit de toon valt.”
Hij erkende dat de locatie op Kleine Vink niet de meest ideale locatie is. “Maar het is op dit moment wel de meest kansrijke. Onze tijd om te zoeken was op. We moeten aan onze taakstelling voldoen.”

Het is de bedoeling dat het flexbuurtje er tot het voorjaar van 2025 staat. Ondernemers op het bedrijventerrein wilden de garantie dat de woningen daarna verdwijnen. 

De gemeenteraad moet nog groen licht geven voor het plan. Op 14 februari praat de raad over de locatie en het krediet. De gemeente gaat ervan uit dat de opvanglocatie in september of oktober klaar is.