Afbeelding

Soundtracks van vroeger

Column 356 keer gelezen

Kun jij je herinneren hoe vroeger klonk? Niet de muziek van je ouders, niet die film van Ome Willem, of die serie van Tante Merie. Ik bedoel geluiden die op geen enkele drager staan behalve jouw herinnering.
Pas was ik bij een geluidskunstwerk in Brussel over verdwenen geluiden van de stad. In een donkere kamer hoorde ik Brusselaars vertellen over de geluiden die zij zich herinnerden van vroeger. Het geratel van de sigarettenfabriek, het geklingel van tram vijf.
De vertellers bootsten hun herinneringen na. Rakketakketak. Klingelingeling. Alledaagse geluiden die je niet terugvindt in bibliotheken of musea. Ik hoorde hoe Brussel vroeger klonk, zonder de sigarettenfabriek of tram vijf ooit gezien te hebben. Ik herinner me nu iets wat ik nooit heb meegemaakt. Gek eigenlijk, hoe geluid werkt, hoe herinnering werkt.
Brussel is een grote stad. Wij wonen in dorpen. Geen tramlijn, geen sigarettenfabriek.
Ik probeer een excuus te bedenken waarom ik me weinig geluiden van vroeger herinner. Er waren er genoeg. Van machines die het land bewerkten, het geklets van opa's papegaai, de schoolbel: ik weet het niet meer.
Eén geluid staat me wel helder voor de geest. Ik woonde nog in de wijk Swanla. In de verte lag de spoorlijn. Daar denderde elk kwartier een trein overheen. Ik hoorde die treinen al niet meer tot een vriend uit de stad me erop wees. Toen hoorde ik het weer, maar alsnog vaagjes.
Zondag 26 juni 2005 was de dag na de autocross. Het was mooi weer, weet ik nog. Toen ik wakker werd hoorde ik een trein voorbijrazen. Maar het klonk anders dan anders. Harder, dichterbij, angstvallig dichtbij. Alsof de trein door onze achtertuin reed. Het was alsof het geluid wilde vertellen dat er iets heel ergs was gebeurd, voordat ik wist wat er was gebeurd: de avond ervoor was een buurjongen, met wie ik speelde als kind, verongelukt op de spoorwegovergang. Die spoorwegovergang is nu verdwenen. De tunnel die er ligt is vernoemd naar die jongen: Patrick van Rooij. Als ik daaraan denk, herinner ik me hoe dichtbij die trein voorbij leek te rijden. En ik herinner me het spel dat we als buurtkinderen speelden, met potloden. Gek eigenlijk, hoe geluid werkt, hoe herinnering werkt.
Nu spits ik mijn oren vaker in de hoop meer te herinneren. Als ik in Zevenhuizen slaap, hoor ik 's zomers kikkers in de Bosgracht kwaken. Daarna hoor ik een vliegtuig overvliegen. Dat gaat zo door, om en om.
De kikkers zingen de soundtrack van het rustige dorp, de vliegtuigen de soundtrack van de woelige wereld. Terwijl de gemeenteraad vecht voor een busverbinding tussen dorpen, vliegen boven ons mensen de wereld over. Wij staan in contact met het wereldverkeer maar kunnen straks misschien niet meer met de bus naar Zoetermeer. Gek eigenlijk, hoe geluid werkt, hoe herinnering werkt. Vooral gek hoe de wereld eigenlijk werkt.