Vestia mag sociale huurwoningen omzetten in vrijesectorwoningen

Den Haag/Zuidplas – Ondanks zware kritiek van de gemeente Zuidplas gaat de Raad van State akkoord met het opgeven van ruim 400 sociale huurwoningen. Dat heeft de Raad vandaag bekendgemaakt.

De Raad toonde eerder zelf ook zijn twijfels, maar woonstichting Vestia mag de huurwoningen nu toch omzetten in woningen voor de vrije sector. Met die omzetting kan Vestia voortaan meer huurinkomsten krijgen voor dezelfde woning. En dat is hard nodig, omdat de woonstichting door financieel wanbeheer zwaar in de problemen is gekomen.

Het is overigens de vraag of de omzetting ook echt gaat plaatsvinden. Er vindt overleg plaats over het verkopen van alle sociale huurwoningen van Vestia in de gemeente aan andere volkshuisvesters die in Zuidplas al actief zijn. In dat geval gaat er geen sociale huurwoning verloren. De angst van de gemeente dat er in de toekomst minder sociale huurwoningen voor mensen met een laag inkomen zullen zijn, wordt dan weggenomen.

De gemeente Zuidplas en andere gemeenten waar Vestia sociale huurwoningen bezit, stelden voor om de omzetting naar woningen in de vrije sector druppelsgewijs te laten verlopen. Dan zou de maatregel minder zwaar worden gevoeld. Maar volgens de Raad wordt de voorraad sociale huurwoningen sowieso niet in één klap omgezet in vrijesectorwoningen. 

Pas wanneer een huurder van een sociale huurwoning vrijwillig vertrekt, kan die woning een vrijesectorwoning worden. En die woning moet dan ook nog voldoende kwaliteit hebben om daarvoor een hogere huur te kunnen vragen.

Voorwaarden
Het ministerie van Binnenlandse Zaken ging onder strenge voorwaarden akkoord met de omzetting van de woningen om Vestia van de ondergang te redden. Zo eiste het ministerie onder andere dat de gemeenten niet in de problemen gaan komen met hun taak om mensen met lage inkomens aan een betaalbare woning te helpen.

Daarom werd ook de Rotterdamse oud-wethouder Hamit Karakus gevraagd om onderzoek te doen en te kijken naar een ‘zachte oplossing’. Hij constateerde dat overname van de sociale huurwoningen van Vestia door andere lokale woonstichtingen de meest kansrijke oplossing is.

Volgens de Raad van State heeft de minister daarmee ook redelijk gehandeld door de omzetting goed te keuren. Het financiële belang van Vestia weegt in dit geval zwaarder dan het volkshuisvestelijke belang van de gemeenten. Als de omzetting niet zou doorgaan, dan zou dat voor Vestia een extra verlies opleveren van 125 miljoen euro. Daar is het volkshuisvestelijke belang ook niet mee gediend, aldus de Raad.