De vraag of bewoners permanent op het recreatiepark verblijven, staat centraal in de zaak bij Raad van State. (foto: Erik van Leeuwen)
De vraag of bewoners permanent op het recreatiepark verblijven, staat centraal in de zaak bij Raad van State. (foto: Erik van Leeuwen)

Raad van State kijkt weer naar zaak over bewoning park Poldertuin

Juridisch 997 keer gelezen

Den Haag/Moordrecht – “Het is een dubbeltje op zijn kant. Het kan naar beide kanten vallen.” Dat is volgens de voorzitter van de Raad van State de situatie in een zaak over permanente bewoning van een recreatiewoning op park Poldertuin in Moordrecht.

De gemeente Zuidplas ziet in meerdere aanwijzingen tezamen voldoende bewijs dat de eigenaren er permanent wonen. Omdat al eerder een dwangsom was opgelegd als de permanente bewoning niet zou stoppen, volgde een boete. Die boete is twee jaar geleden van tafel gehaald door de Haagse rechtbank. De rechtbank vond de aangedragen bewijzen door de gemeente al met al te mager. De gemeente kreeg opdracht een nieuw besluit te nemen. Dat gebeurde pas enkele dagen geleden, ondanks aandringen van de Raad van State om de zaak snel af te handelen. Dat leverde de gemeentewoordvoerders een uitbrander op.

Recreatief gebruik
De eigenaren mogen met hun kind in het weekend, op woensdag en in de vakanties op het park verblijven. Dat ziet de gemeente nog als recreatief verblijf. Komen ze er vaker, dan lijkt het volgens de gemeente toch op permanente bewoning.

Er volgde een hele reeks controles waaruit de gemeente het bewijs haalde dat er in de recreatiewoning nog steeds permanent wordt gewoond. Ondanks dat het gezin eerst bij familie in Zoetermeer woonde en later bij een vriendin in Moordrecht. Op die adressen stond het gezin ook ingeschreven voor de burgerlijke stand. Met de inschrijving bij een gemeente voldeed het gezin aan de belangrijkste eis dat eigenaren van een recreatiewoning ergens anders hun hoofdverblijf moeten hebben.

De gemeente ging ver in de controles om hard bewijs te verzamelen. Zo zouden aangetroffen afvalzakken volgens de gemeente bewijzen dat er wel gewoond moet zijn. De voorzitter van de Raad van State tikte dit bewijs van tafel, omdat het afval ook kan zijn neergezet op dagen dat het gezin er wel mag verblijven.

Ook werd onder andere hun bedrijfswagen op het park aangetroffen op een moment waarop het gezin er niet mocht zijn en uit Facebookberichten zou het bewijs naar voren komen dat hun sociale leven zich vooral afspeelt op het recreatiepark en in Moordrecht.
Het maakte op de raadsvoorzitter weinig indruk. “De opbrengst van de controles is toch een beetje schamel”, zei hij.
Zwaarder tilde hij aan een televisie-uitzending van BNN/VARA in 2020 waarin de moeder van het gezin verklaarde permanent op het park te wonen. Zij voerde aan dat ze tijdens de coronalockdown-periode liever niet te dicht bij anderen opgepropt in een huis wilde wonen.
Ook WhatsApp-berichten tussen woningeigenaren op het park vielen niet goed bij de raadsvoorzitter vanwege bedreigende taal over controleurs van de gemeente. “Ik ben daar wel van geschrokken”, zei hij.

De uitspraak van de Raad van State volgt over zes weken.
(Adrie van der Wel)