VCN wil eredivisiebolwerk worden

VOLLEYBAL
Nieuwerkerk aan den IJssel – Twee weken geleden kreeg Volleybal Capelle Nieuwerkerk (VCN) groen licht om met de heren en de dames eredivisie te gaan spelen. Dat gebeurde in een online ledenvergadering. “Iedereen is wildenthousiast”, aldus voorzitter Ard Kramer.

Door Erik van Leeuwen

De weg naar de eredivisie was voor VCN een bijzondere. In april besloot de Nevobo de competitie per direct te staken. De heren van VCN stonden op dat moment stijf bovenaan in de topdivisie, de vrouwen waren in het op één na hoogste niveau volop in de race voor de titel.

Op basis van de ranglijst besloot de volleybalbond beide teams een ticket voor de eredivisie te geven. “Sportief gezien was gebruikmaken van het recht van promotie geen issue”, zegt voorzitter Ard Kramer. “Financieel daarentegen, wisten we, zouden we een grote kluif krijgen.”

Dat was ook de mening van de leden van de fusieclub. Die zeiden ja tegen de eredivisie, onder de voorwaarden dat de toekomst niet in gevaar zou komen. “Ze eisten een sluitende begroting en volledig terecht”, reageert Kramer. “Als VCN zijn we meer dan alleen heren 1 en dames 1. Een jaartje eredivisie spelen en dan erachter komen dan je een financieel probleem hebt, dat willen we zelf ten koste van alles voorkomen.”

VCN, dat in 2007 ontstond uit een fusie van Capelle en Nivoc’72 uit Nieuwerkerk, moest de boer op om de extra uitgaven die nodig zijn om twee teams in de eredivisie te laten spelen te dekken. Dat moest gebeuren in een tijd dat er veel economische onzekerheid is. “We waren al een tijdje bezig en hoefden niet op nul te beginnen”, bekent Kramer. “We hielden er al rekening mee dat heren 1 zou promoveren, want dat team stond heel veel punten voor. Voor dames 1 was dat een ander verhaal.”

De leden speelden in de zoektocht naar geldschieters een belangrijke rol, zegt Kramer. “We hebben enorm geprofiteerd van de grote betrokkenheid van de leden bij de club. Iedereen was wildenthousiast. We hebben een club van honderd opgezet en leden ook gevraagd om actief binnen hun netwerk te zoeken naar eventuele sponsors. In combinatie met een op volle toeren draaiende sponsorcommissie is het ons in relatief korte tijd gelukt om een sluitende begroting te presenteren.”

Een paar dagen nadat de Nevobo VCN de twee eredivisielicenties verstrekte, kwam er groen licht van de leden. Kramer: “Dat was wel apart, we hadden 92 leden online tijdens een extra ledenvergadering.”

Kramer spreekt dan ook van een collectieve prestatie. “We hebben gelukkig niet de keuze hoeven te maken tussen één van de teams. Dat had ook gekund, dat we de helft van het opgehaalde bedrag binnen hadden gekregen. Dat was een duivels dilemma geweest, heren of dames in de eredivisie.”

Het werk zit er volgens Kramer nog lang niet op voor zijn club. “Dit is pas de eerste stap. Het is niet de bedoeling dat we er na één seizoen weer uitvallen. We willen met de dames en heren voor langere tijd eredivisie gaan spelen. Om die continuïteit te waarborgen moeten we nog even door, maar ik zie het zonnig in.”

Laudame Financials blijft hoofdsponsor van de dames, Computerplan wordt dat voor de heren. “Sportbedrijf Rotterdam heeft daar een rol in gespeeld. We hebben een warme band met elkaar. Twee thuiswedstrijden zullen we spelen in het Topsportcentrum in Rotterdam, daarnaast gaan beide teams daar ook trainen. Dat heeft het voordeel dat de trainingsdruk op sporthal Oostgaarde wat ontlast wordt.”

VCN heeft bewust gekozen om geen stichting voor de eredivisieteams in het leven te roepen. “Daar hebben we meerdere redenen voor, maar de belangrijkste is dat we willen voorkomen dat de teams te ver af gaan staan van de rest van de vereniging. Die binding vinden we heel belangrijk. Zoals we ook bezig zijn om plannen te maken om die binding met de regio te versterken. Een thuiswedstrijd in de toekomst in de Parkzoomhal in Nieuwerkerk? Dat zou best eens kunnen.”

Een andere reden om geen stichting op te zetten heeft te maken met de samenstelling van de selectie. “Als je bij ons speelt, doe je dat voor de sportieve uitdaging. Niet voor het geld. Op het moment dat je dat gaat onderbrengen bij een stichting krijg je andere verhoudingen.”