Marieke van der Putten uit Nieuwerkerk is verliefd op de 's-Gravenweg.
Marieke van der Putten uit Nieuwerkerk is verliefd op de 's-Gravenweg. Foto's: Erik van Leeuwen

De karakteristieke ’s-Gravenweg toont Nieuwerkerk op z’n mooist

Toerisme 1.447 keer gelezen

Nieuwerkerk aan den IJssel – Wie de ’s-Gravenweg al wandelend of fietsend wil verkennen, is wel even bezig. Maar het is meer dan de moeite waard. “In Nieuwerkerk is hij op z’n mooist”, aldus Marieke van der Putten (52), ‘aanbidder’ van de weg en alles erom heen.

Door Erik van Leeuwen

Twee keer struikelen en ze is er. En dat is maar goed ook, want de Nieuwerkerkse, woonachtig in de wijk Esse, moet de ’s-Gravenweg in de buurt hebben. “Ik ben echt verliefd geworden op dit gebied”, vertelt ze in café Rustwat onder het genot van een kopje koffie. Het café, bestierd door Frank Antonisse, dient als de noordelijke entree van de eeuwenoude weg.

Zo'n tien kilometer lang is de ’s-Gravenweg. Vanuit Nieuwerkerk gezien is het eindpunt op de grens tussen Capelle en Rotterdam, waar de weg over gaat in de oude dijk. Maar daar komt Van der Putten niet vaak: ‘daar’ is alles volgebouwd. “Neem Capelle, als je daar langs de weilanden kijkt, zie je flats. Het doet pijn aan de ogen.”

Nee, Nieuwerkerk, daar is nog de unieke sfeer en uitstraling van de ’s-Gravenweg te vinden. Als je loopt op de weg, doemt Hitland telkens op. “Het is alsof je naar een schilderijtje kijkt.” Van der Putten groeide op in de buurt van Deventer en Apeldoorn. Ze leerde de ’s-Gravenweg pas in 2006 kennen. “Per ongeluk. We stuitten op een oud pand.”

Goedbeschouwd, zegt Van der Putten, heeft ze twee levens. Eén voordat ze de ‘Nieuwerkerkse’ ’s-Gravenweg leerde kennen, en één erna. 

Net als veel andere mensen was ze tijdens de lockdown naar aanleiding van de coronacrisis aan huis gekluisterd. “Dan is het heel lekker om vanuit de ’s-Gravenweg Hitland in te gaan. Een uurtje is genoeg om je hoofd helemaal leeg te maken.”

Het pad naar de begraafplaats wordt omringd door knotwilgen.

Voor Van der Putten betekent het ‘unieke stukje Nieuwerkerk’ zo veel dat ze al negen jaar bestuurslid is van de belangenvereniging ’s-Gravenweg. Dat er een belangenvereniging is, is hard nodig, want de schoonheid wordt van alle kanten bedreigd, zegt ze. 

Oprukkende bedrijvigheid, projectontwikkelaars die voor eigen gewin liefst groots, meeslepends en massaal willen bouwen. “Dat karakteristieke van de ’s-Gravenweg moet blijven en daar strijden we voor. Al ruim dertig jaar.”

Nieuwe wijk
Ze heeft nog maar driehonderd meter gelopen na de eerste kennismaking in café Rustwat en ze houdt al halt. “Hier komt een nieuwe wijk, De Zelling”, wijst ze op de kale vlakte. “Een wijk die past in de stijl van de ’s-Gravenweg.”

Er is nog wel een ‘dingetje’: de ontsluiting. Veel wegen komen samen: de IJsseldijk, industrieterrein De Vijf Boeken en de ’s-Gravenweg. “Ontsluiting is nu al een probleem.” 

Het is alsof ze het geregisseerd heeft: op het moment dat ze vertelt over de gevaarlijke verkeerssituatie staan drie automobilisten oog in oog. Fietsers stappen af, maar een racefietser ziet zijn kans schoon. Zonder te stoppen schiet hij tussen het andere verkeer door; het gaat maar net goed.

Natuur
Het eerste stukje ’s-Gravenweg is druk, vertelt Van der Putten. Er zitten van oudsher bedrijven. De ‘echte’ rust komt als het Hitlandselaantje is gepasseerd. Dan begint Van der Putten ook echt te glunderen.

“Natuur, daar kun je nooit tegen zijn. Over smaak van woningen valt te twisten”, zegt ze als ze langs een omgebouwde boerderij loopt. “Je ziet hier oude statige herenhuizen, maar ook panden van moderne architectuur. Dat moet kunnen en kan hier ook, ze maken onderdeel uit van de omgeving. Soms trappen we als belangenvereniging op de rem als iets té wordt.”

Elk gebouw heeft zijn eigen verhaal. Ze wijst op een pand dat ooit dienst deed als Rabobank. “Verderop staat nog een oud bankfiliaal.” Ze laat een plek zien die voor velen verborgen blijft. 

Aan de ’s-Gravenweg 89 ligt een pad dat leidt naar een klein begraafplaatsje, van de rooms-katholieke kerk die er ooit stond. Het pad naar de begraafplaats is omringd met knotwilgen. Een paar staan in bloei, de meeste zijn dood. De graven op de begraafplaats zijn oud, sommige van voor de oorlog.

“Schattig hè”, vraagt Van der Putten om bevestiging als ze wijst op een vergezicht. Weilanden omringd door sloten. Op verre afstand is Ouderkerk aan den IJssel te zien. In het gras grazen dieren. “Ik zou best in mijn tentje daar een nacht willen liggen”, bekent Jan de Jong uit Moordrecht, die op weg naar zijn werk in Rotterdam bekende Van der Putten even gedag zegt.

Slachterij
Een paar honderd meter verder staat een oud gerestaureerd pand. “Dit was de laatste actieve boerderij”, vertelt Van der Putten, die voor haar ’s-Gravenweg-kennis ook gebruikmaakt van een boekje van de belangenvereniging. “Dat hebben we speciaal voor ons 25-jarig bestaan uitgebracht.”

Van der Putten geniet van de unieke sfeer en landelijke uitstraling.

Wie ’s-Gravenweg zegt, zegt ook slachterij Boer. Economisch van belang, omdat het veel mensen aan het werk houdt. Maar voor omwonenden en natuurliefhebbers een gruwel, volgens Van der Putten. “Zo’n bedrijf hoort niet op zo’n plek te staan, maar op een groot industrieterrein.” Dat de parkeerplaats van het personeel diep Hitland ingaat, kan niet op goedkeuring van Van der Putten rekenen. “Het past gewoon niet.”

Na de slachterij keert de rust op de ’s-Gravenweg terug. Bij het hek vragen koeien om de aandacht van de voorzitter van de belangenvereniging ’s-Gravenweg.

Nog zo’n mooi stukje natuur dat zich aandient: de Gansdorperdijk. Nog niet zo lang geleden onderwerp van strijd in de raad. Een projectontwikkelaar heeft de grond gekocht en wil ‘ontwikkelen’. Een serie waterwoningen haalde het niet. ‘Te massaal’ vond de gemeenteraad. 

Toen de ontwikkelaar terugkwam met ‘bunkers’ riep dat de hoon van de raad over zich af. “Blijkbaar dachten ze dat de raad dan wel akkoord zou gaan met het eerste plan”, zegt Van der Putten. “Dat gebeurde niet, de raad voelde zich beledigd, en terecht.”

Geniet
‘Doorstappen’ is er niet bij. “Genieten moet je”, luidt het credo van vandaag laat de wandelgids weten. Even later weer een dissonant in het schouwspel van natuur en cultureel erfgoed: de oversteek naar de andere kant van de ’s-Gravenweg wordt ontsierd door de ‘turborotonde’. Auto’s gebruiken de rotonde als racebaan; de ene na de andere Max Verstappen komt langs. Van der Putten: “Oversteken kan best gevaarlijk zijn.”

Maar weer keert de rust terug. Ook hier wordt het ‘landelijke’ nog in ere gehouden. “In het weekend zijn hier heel veel fietsers”, weet Van der Putten. “Ook dit is een prachtig stuk.” Net over de gemeentegrens met Capelle stopt de bezichtiging, bij café De Roode Leeuw, ook al zo’n icoon uit het verleden.

“Officieel hoort het bij Capelle, maar gevoelsmatig is het een deel van Nieuwerkerk.” Van der Putten overweegt het gebied te annexeren en het gemeentebord van Capelle aan den IJssel een paar meter te verplaatsen. “Dat heeft toch niemand door.”