Molenaar-in-opleiding Henk Habing klimt de wieken in om zeilen bij te zetten, hierdoor kan de molen sneller draaien.
Molenaar-in-opleiding Henk Habing klimt de wieken in om zeilen bij te zetten, hierdoor kan de molen sneller draaien.

Zo gaat de molen: draaiend erfgoed in actie

Toerisme 421 keer gelezen

Het is koud, donker en krap in de nok van molen Windlust. Het is zaterdagochtend en over een uur zal de Nieuwerkerkse korenmolen gereed zijn om te malen. Maar dan moet nog wel het een en ander gebeuren. Molenaar Aart Oskam heeft een van zijn nieuwe pupillen, Henk, uitgenodigd om het opstartproces te doorlopen. Dat begint hier, in de rieten kap van de molen.

Door Myriam Dijck

Oskam is blij met leerlingen zoals Henk. Er zijn steeds minder gediplomeerde molenaars in Nederland waardoor draaiende wieken uit het Hollandse landschap dreigen te verdwijnen. “Molenaar worden duurt ongeveer drie jaar en is behoorlijk pittig. Niet iedereen maakt het af.”

Henk is nu een half jaar in opleiding en nog altijd vol enthousiasme. Na een steile klim naar boven volgt in de nok een snelle inspectie van de mechaniek op stenen en vogelnesten. Het is een schemerige ronde ruimte, waar het naar riet en hout ruikt. In het midden is het hoog genoeg om rechtop te staan - zolang de hangende balken worden ontweken. Daaromheen loopt een verhoogde richel waar Oskam en Henk opklimmen om al kruipend de plek te bereiken waar de reusachtige wieken met de kop van de molen zijn verbonden.

Terwijl Oskam met zijn lamp bijschijnt, smeert Henk de metalen as grondig in met varkensvet. “Onbehandeld buikvet werkt het best, dat wordt niet warm tijdens het draaien en tast de constructie niet aan”, legt Oskam uit. “Dat buikvet moet eerst driekwart jaar drogen; dat doen we hier.” Hij richt de lamp omhoog. Vlak boven Henks hoofd doemen een aantal geelwitte lappen op. “Daar hangt het vet.”

Teruggekropen naar de kern van de schemerige nok trekt Oskam een stalen pen uit een van de hangende balken. De dikke balk staat via katrollen in verbinding met de ‘vang’, de ‘handrem’ van de molen. “Een beveiliging,” verklaart Oskam met de pen in zijn hand. “Deze voorkomt dat de wieken gaan draaien, mocht iemand ’s avonds een keer ergens aan willen trekken.”

Met de as gesmeerd en de pen verwijderd, is het gevaarte klaar om in beweging te komen.
Molenaar en leerling dalen achterwaarts de krakende houten treden af. Eerst naar de verdieping waar de maalassen aan de centrale as van de molen, de koningsspil, kunnen worden gekoppeld. Molen Windlust is ontworpen om met drie ‘koppels’ tegelijk koren tot meel te vermalen.

“Met drie koppels malen, dat is nog nooit gebeurd”, geeft Oskam toe. Hij vertelt dat hij er sinds de opening in 2004 van droomt om alle drie tegelijk in bedrijf te zetten. Dit jaar werd de eerste stap gezet. “Toen draaiden we met twee koppels tegelijk. Dat was echt spectaculair.” Voor de gelegenheid had hij de hulp van een collega-molenaar ingeroepen om de boel goed in de gaten te houden.

“Waarom we nog niet met drie koppels hebben gedraaid?” vervolgt Oskam, “Volgens de molenbouwer kan de molen dat prima aan, maar wij als molenaars waarschijnlijk niet.”

Nog een trap verder naar beneden is de ruimte waar het meel uit de trechters kan worden opgevangen. De zakken meel gaan grotendeels naar een ambachtelijke bakker in Rotterdam. “Maar we verkopen ze ook in de molenwinkel op de begane grond, hier beneden.” Voordat er vandaag meel uit een van de trechters zal stuiven, is er nog werk aan de winkel; Oskam opent de deur naar buiten.

Aangekomen op de stelling, het houten balkon rondom de molen, tuurt Oskam om zich heen. Er waait een kille wind uit noordwestelijke richting.

Kennis van meteorologie is een belangrijk onderdeel van het molenaarsdiploma, evenals het ‘op de wind zetten’ van de molen. Henk mag dat vandaag doen. Hij licht de metalen grepen op die de staart van de molen aan weerszijden verankeren. Zodra ook de kabel van de bliksemafleider los is, kan Henk aan het kruiwiel draaien zodat de wieken, aan de andere kant van de molen, zich langzaam in beweging zetten.

De wind blijkt verraderlijk vandaag. Zodra Henk de staart weer heeft verankerd toont de blauwe vaandel op de molen dat de wind weer iets is gedraaid. Daarnaast wordt de noordwestenwind onderbroken door straffe windvlagen die meer uit het noorden komen.

“Je wilt de wieken altijd iets schuin op de wind zetten zodat de molen stabieler draait en minder last heeft van rukwinden”, vervolgt Oskam. “Wat je te allen tijde wilt voorkomen is dat de wieken achteruit draaien. Dat is echt foute boel. Daar is de molen niet op ontworpen.”

Na wat hulp van de molenaar, kan Henk de vang - de ‘handrem’ die in de nok was losgekoppeld - eraf halen. Hij rukt aan een van de touwen en geruisloos komt de molen tot leven. Oskam kijkt tevreden toe. De molen draait.

Met een beetje geluk heeft Oskam er over drie jaar een molenaar bij die dit bewegende erfgoed ook voor de toekomst veilig kan stellen. Misschien dat zelfs zijn droom om met drie koppels tegelijk te malen niet eens zo ver weg is.

Word molenaar voor een dag
Sinds dit jaar biedt Stichting Korenmolen Windlust de mogelijkheid om mee te lopen met de molenaar. Tijdens deze ‘snuffelstage’ van ongeveer twee uur maken deelnemers de molen maalklaar door de as te smeren, de molen te kruien en wieken in beweging te brengen. Bel 0180 318668 om een afspraak te maken (mogelijk op woensdag of zaterdag). Kosten: 12,50 euro per persoon.

Daarnaast is de molen op zaterdag en woensdag open voor bezichtigingen. De naastgelegen theeschenkerij is open van maandag tot en met vrijdag.

De as van de molen moet elke draaidag opnieuw worden ingesmeerd met varkensvet.
Bovenop de molen waait een vaandel waaraan te zien is of het groen-witte kruiwiel op de goede plek staat.
Ondanks de pittige materie, zetten veel molenaars-in-opleiding zich met veel enthousiasme in.