Schippers John Brus, Jan van der Lugt en Thillie Datema.
Schippers John Brus, Jan van der Lugt en Thillie Datema.

Aan boord van ‘t pontje is het altijd vakantie

Toerisme 934 keer gelezen

“Iedereen aan boord is vrolijk, we hebben ook alleen recreatieve passagiers. Af en toe wil iemand snel naar de overkant, dan zeg ik: fiets maar om dan ben je er eerder.” Jan van der Lugt is één van de vijftien vrijwillige schippers van veerpont ’t Verlaat. Samen met collega’s Thillie Datema en John Brus vertelt hij over zijn liefde voor de veerdienst van de Rotte.

Datema was er vanaf het begin bij. In 2001 las ze dat de pont in gebruik zou worden genomen. Geïnteresseerd bezocht ze op 28 april de ‘doop’ en gaf zich vervolgens meteen op als schipper.

“Alleen mijn kinderen vonden het niks. ‘Schipper worden, dat is toch achterlijk’”, vertelt ze lachend. Haar puberende kinderen konden haar niet van gedachten doen veranderen, en nu brengt Datema al 21 jaar fietsers en wandelaars van de ene naar de andere kant van de Rotte voor 50 cent per tochtje.

“De vrijheid en de rust op het water… Met een zonnetje erbij is het net alsof je op vakantie bent.” Inmiddels hebben tienduizenden mensen de oversteek gemaakt. Op 9 juni stapte de 150.000e passagier aan boord. “Diegene mag levenslang gratis de overtocht maken.”

Op de pont moet je verplicht onthaasten. Met een topsnelheid van zeven kilometer per uur gaat de pont nauwelijks sneller dan een wandelaar. Gelukkig is stiptheid niet van belang. Van der Lugt: “Iedereen wil zo lang mogelijk aan boord blijven. Een keer gaf iemand me een euro omdat ze alleen een rondje wilde varen en meteen voor de retourtocht betaalde.”

Net als alle andere schippers heeft het trio ‘iets met water’. Datema roeit, Brus zeilt en bij Van der Lugt zit de liefde voor het varen in zijn bloed. “Ik kom uit een schippersfamilie, mijn vader en grootvader waren schippers. Sinds mijn pensioen, tien jaar geleden, ben ik het ook.”

Volgens hem is het varen zelf ‘een eitje’: “Zolang het windstil is dan”, geeft Van der Lugt toe. “Als het de verkeerde kant op waait, is aanmeren lastig. Dan waait de boot al weg voor je bij de touwen bent, dan vraag ik passagiers om de lussen om de meerpalen te doen. Mensen vinden het prachtig om helpen.”

Datema roept ook wel eens de hulp in van (jonge) passagiers. “Ik heb geregeld een ukkie op schoot dat het roer bedient, daar genieten ze echt van.”

Het aluminium pontje vaart op een elektromotor die grotendeels via zonnepanelen op het dak wordt opgeladen. Volgens Brus was het in 2001 een van de eerste ‘zonnepontjes’ van Nederland. “Destijds was dat heel vooruitstrevend. Zo’n elektromotor vaart ook nog eens erg prettig, je hebt nooit last van stinkende diesel.”

Voor hem is vooral het contact met mensen de reden dat hij al veertien jaar op de pont vaart. “Als schipper ben je ook een soort gastheer of -vrouw van de Rotte. Mensen vragen van alles en ik vertel graag over de Molenviergang, het Koornmolengat en de waterberging bij de roeibaan.”

Volgens Datema is toch de meest gestelde vraag ‘hoe diep is het water’. “Ik zeg dan, als de pont zinkt steekt het dak nog boven het water uit.” Gelukkig heeft nog geen passagier of schipper een nat pak gekregen. (Myriam Dijck)

De pont vaart dagelijks (bij goed weer) van 11.00 tot 17.30 uur. Kosten: 50 cent per vaart, alleen contant.