De KVT-toren herinnert nog aan het bedrijf waar op het hoogtepunt enkele honderden mensen werkten.
De KVT-toren herinnert nog aan het bedrijf waar op het hoogtepunt enkele honderden mensen werkten.

Moordrechts icoon uit het verleden

Algemeen Zuidplas groeit 1.956 keer gelezen

Zuidplas – In 1995 sloot de Koninklijke Verenigde Tapijtfabrieken in Moordrecht de deuren. Daarmee kwam een einde aan de bedrijvigheid die een belangrijke rol speelde in de economie van Moordrecht. Honderden Moordrechtenaren verdienden er hun brood, onder wie Adri Uitbeijerse (74), die inmiddels al jaren in Gouderak woont. “De KVT was een icoon.”

Door Erik van Leeuwen

Op de plaats waar jarenlang de fabriek van de Koninklijke Verenigde Tapijtfabrieken stond, is een woonwijk verrezen. Tussen die woningen is het niet lang zoeken naar de KVT-toren. Ook dit gebouw is inmiddels een wooncomplex. Het kostte wat, maar wie één van de appartementen bewoont, woont op een unieke locatie.

Een stukje verderop herinnert de oude toegangspoort van de fabriek aan lang vervlogen tijden.

Maar de KVT liet Moordrecht ook een straat met huizen na. De Stevensstraat, gebouwd in de jaren vijftig van de vorige eeuw, is een rechtstreeks resultaat van de aanwezigheid van het bedrijf, dat destijds landelijke en internationale bekendheid genoot.

Dat de KVT, voortgekomen uit een fusie van drie fabrieken, ooit het hoofdkantoor naar Moordrecht verplaatste, had te maken met de Tweede Wereldoorlog. Bij het bombardement op Rotterdam op die zwarte dag in mei 1940 ging een groot deel van de fabriek in Rotterdam verloren. Toenmalig directeur Stevens liet het bedrijf naar Moordrecht verhuizen. Daar groeide de KVT in de naoorlogse jaren uit tot een groot bedrijf met op het hoogtepunt enkele honderden werknemers. Om zijn personeel te huisvesten, liet directeur Stevens zelfs een straat met woningen bouwen, de Stevensstraat dus.

“Wij woonden daar ook”, zegt Adri Uitbeijerse, wiens vader vanaf 1950 meer dan 25 jaar bij de KVT werkzaam was. “De KVT was een belangrijk bedrijf. De arbeiders kwamen vooral uit Moordrecht en omgeving, het kantoorpersoneel kwam van heinde en ver om hier te werken.”

Uitbeijerse ging zelf ook werken bij de KVT. “Ik was pas vijftien jaar, maar had schoon genoeg van school. Ik deed de Mulo in Gouda en had een keer een akkefietje met de directeur daar. Ik en drie andere leerlingen uit Moordrecht en Gouderak werden onterecht voor iets gestraft. Dat ik wilde gaan werken bij de KVT was tegen de zin van mijn vader, maar ik heb het toch gedaan.”

Uitbeijerse werd aangenomen als leerling. “Ik moest het vak nog helemaal leren natuurlijk. Ik moest in het begin behoorlijk wennen in de fabriek. Het was hard werken – daar had ik geen moeite mee – maar het was ook rauw in de omgang. Als jong mannetje was ik natuurlijk als eerste het mikpunt. Gaandeweg leerde ik mij beter te verweren.”

Uitbeijerse werkte eerst op de kokosafdeling. “Daar maakten ze kokosmatten, van die voetvegers. Bij de productie kwam ontzettend veel stof vrij. Na een jaar heb ik gevraagd of ik naar de wolafdeling mocht en toen ben ik daar geplaatst.”

De KVT was destijds een gerenommeerd bedrijf dat grote klanten had, weet Uitbeijerse nog. “We maakten tapijten voor Schiphol en voor Van Ommeren. Zij hadden een logo met grote letter V en O weet ik nog.”

De prikklok was nog alom aanwezig. “Alles wat je op de dag deed, werd genoteerd. Als je te laat kwam, werd er salaris ingehouden. Hard werken werd gestimuleerd. Je salaris was gebaseerd op een gemiddelde productie. Deed je meer, dan kreeg je een bonus.”

Uitbeijerse hield het na tien jaar voor gezien bij de KVT en ging werken bij een nettenfabriek. De KVT liet hem nooit echt los. “Ik heb altijd contact gehouden met mensen die er werkten.”

Hij maakte de teloorgang van de KVT vanaf de zijlijn mee. Het bedrijf kon niet mee in de ontwikkeling. “Er stonden allemaal machines. Die vervang je niet zomaar. Bovendien nam de vraag flink af. In andere landen waren de lonen veel lager. Daar was niet tegenop te boksen.”

De KVT veranderde nog een paar keer van eigenaar voordat die midden jaren negentig failliet ging. “In de periode daarvoor werd het bedrijf steeds verder uitgekleed. Mensen die er al jaren werkten, werden op straat gezet. Dat deed pijn.”

Nu, 26 jaar na het faillissement, herinneren de KVT-toren, de toegangspoort en de Stevensstraat nog aan het Moordrechtse KVT-verleden. En ook van het verenigingsleven zijn sporen terug te vinden. Van de bloeiende personeelsvereniging van destijds is niets meer over, maar de KVT harmonieband Kunst na de Arbeid leeft nog wel voort en is Moordrechts huisband bij de aankomst van Sinterklaas en op de laatste dag van de avondvierdaagse.

Als hij op de Gouderakse IJsseldijk loopt of fietst, ziet Uitbeijerse de KVT-toren boven Moordrecht uit torenen. “Dat doet me nog steeds veel. Ik heb er maar tien jaar gewerkt, maar dat was wel in een belangrijke periode van mijn leven. Ik ben daar gevormd.”

Deze productie is mede mogelijk dankzij een bijdrage van de provincie Zuid-Holland.
Samenwerkingspartners in deze serie zijn Hart van Holland, nieuwswebsite Gouwe IJssel Nieuws en Matimotion - luchtfoto’s en video’s.

Afbeelding