Afbeelding

Huisuitzetting

Column 644 keer gelezen

Als hoofd van de afdeling waar ook Sociale Zaken onder viel, kreeg ik ook dossiers op mijn bureau van mensen met grote financiële problemen. De medewerkers waren kundig en empathisch, waardoor ik eigenlijk blind kon varen op hun adviezen. 

Zo kreeg ik een zaak onder ogen van een zekere Willem. Hij had jaren met zijn moeder in een huisje aan de Dorpsstraat gewoond. Zijn moeder was een paar jaar daarvoor overleden, waarna het misging met hem. Sociale Zaken kreeg een melding van een aanstaande huisuitzetting en nodigde Willem uit om daarover te komen praten. Willem kwam opdagen, maar was totaal niet spraakzaam. Voor hem was het heel simpel: hij had geen geld meer, dus hij moest het huis uit. Hij wilde ook niet vertellen welke schulden hij nog meer had en hoe die waren ontstaan. Ik kende Willem niet beter dan dat ik hem weleens voor zijn woning zag zitten en hij dan vriendelijk gedag zei. 

Huisuitzetting is iets dat je als gemeente altijd probeert te voorkomen, dus ik vroeg de rapporteur om even bij mij langs te komen om de zaak te bespreken. Zij maakte duidelijk Willem meerdere keren te hebben gesproken, maar dat hij geenszins van plan was mee te werken. Ook had zij de verhuurder gesproken, maar die had al vaak uitstel van betaling gegeven en was er helemaal klaar mee. De huisuitzetting ging door en wij lieten de inboedel opslaan in een gemeenteloods. Willem vertrok met onbekende bestemming.

De volgende dag kreeg ik bezoek van twee oud-gemeenteraadsleden. Zij hadden zich over Willem ontfermd en hem opgepikt bij een opvangplek van het Leger des Heils. Volgens hen was Willem een man met een lichte verstandelijke beperking. Zij waren erachter gekomen dat hij was uitgebuit door jongelui die zogenaamd vrienden van hem waren en zijn woonkamer als jeugdhonk gebruikten. Willem moest zorgen voor drank en eten en ‘leende’ hen ook regelmatig geld. Daardoor kwam hij in de financiële problemen. 

Het is treurig dat wij dit niet ontdekt hebben. Des te blijer was ik toen ik maanden later hoorde dat Willem - met begeleiding - weer zelfstandig was gaan wonen en hem het leven van een dakloze was bespaard. Dit met dank aan twee zorgzame Zevenhuizenaren. Hulde!

(de kronieken zijn van de hand van Hans Sytsema en gebaseerd op ware gebeurtenissen; namen van burgers en ambtenaren zijn gefingeerd)