Van Steensel wil naar hoogste hockeyambt
Sport 548 keer gelezenHOCKEY
Nieuwerkerk aan den IJssel – De mannen van hockeyclub De IJssel moeten het komend seizoen stellen zonder de inbreng van Richard van Steensel. De 26-jarige stopt met hockeyen, om meer ruimte te maken voor zijn trainerscarrière.
Erik van Leeuwen
In de schaduw van het afscheid van trainer/coach Willem Kauffmann werd vorige week ook Richard van Steensel uitgezwaaid. “Het perfecte plaatje”, zegt hij over zijn niet geregisseerde afscheid. “Geen publiek, maar alleen met de jongens. Heel intiem. Ik moet eerlijk zeggen: ik schoot behoorlijk vol toen ik het woord kreeg.”
Van Steensel staat niet snel met een mond vol tanden, die zondag wel. “Je sluit een periode af en op dat moment drong dat door. Ik heb negen jaar deel uitgemaakt van dat team. Het gaat veel verder dan twee trainingen in de week en een wedstrijdje op zondag. Je bouwt vriendschappen op.”
Van Steensel was erbij toen de kern van de huidige lichting voor de leeuwen werd gegooid. “In ons eerste seizoen in heren 1 degradeerden we met nul punten uit de tweede klasse. Vergelijk dat met waar we nu staan: vorig seizoen vijfde in de eerste klasse.”
Dat hij zijn actieve carrière stopzet, heeft alles te maken met zijn ambities als trainer/coach. Volgend seizoen is hij trainer van Jongens A van het Rotterdamse Leonidas en maakt deel uit van de technische staf van de dames. Daarnaast is hij trainer van de regioselectie van de jongens onder vijftien en assistent-trainer bij de meisjes in dezelfde leeftijdscategorie. “Ik ben in een fase van mijn trainerscarrière terechtgekomen dat ik zelf spelen er niet bij kan doen. Ik heb alle tijd, aandacht en energie nodig om mezelf verder te ontwikkelen.”
Hij maakt geen geheim van zijn eindbestemming. “Bondscoach worden. Ik denk dat ik als trainer verder kan komen dan als speler. Ook als speler heb ik altijd een coachende rol vertolkt.”
Helemaal kwijt raakt De IJssel Van Steensel niet. Hij blijft actief voor de zaalploeg, die uitkomt in de topklasse. “En bij nood op het veld kunnen ze mij altijd bellen.”
