Soms stuiten ze op iets onverwachts, zoals een speeltuin die op de satellietbeelden niet te herkennen was.
Soms stuiten ze op iets onverwachts, zoals een speeltuin die op de satellietbeelden niet te herkennen was.

Speuren naar de verborgen speeltuinen

Toerisme 382 keer gelezen

In haar zomerse, gele jurkje dartelt de 7-jarige Olune vooruit. “Wacht”, roept haar vader. “Eerst een foto.” Ze draait zich om en laat zich prompt op de grond vallen. Zittend in de splithouding richt ze haar rechter wijsvinger de straat in. “Dat doet ze nu elke keer”, verzucht Lorentz Stout met een lach. “Ze zit op turnen.” Zodra haar vader tevreden opkijkt springt ze op en huppelt weer verder.

Olune is Stouts oudste dochter. Samen zijn ze op pad om een nieuwe fotospeurtocht uit te zetten in Nieuwerkerk, dit keer in Parkzoom. “We begonnen hiermee in coronatijd. We waren op zoek naar speurtochten in de buurt. Die waren er niet, dus hebben we ze zelf gemaakt.”

Inmiddels heeft hij er al zeven online gezet. Vandaag wordt gewerkt aan de achtste. “Het is een leuke buitenactiviteit voor haar en zo leer ik ook mijn geboortedorp beter kennen. Daarnaast heb ik altijd graag landkaarten bestudeerd.”

Ze komen aan in een parkje. Olune spot een bandschommel en rent ernaartoe. Terwijl ze heen en weer zwaait pakt Stout zijn mobiel erbij. Van tevoren had hij de buurt al verkend op satellietbeelden, op zoek naar leuke routepunten.

De speurtochten van ongeveer anderhalf kilometer voeren namelijk zoveel mogelijk langs speeltuinen en zijn zo uitermate geschikt voor kinderen van vijf tot negen jaar. “We gaan deze kant op”, instrueert hij. “Foto?” Olune poseert gewillig met één hand in haar zij en de andere richting het pad achter haar.

Terwijl ze hun weg vervolgen kijkt Stout nieuwsgierig de hoek om van een smal steegje. “We proberen vooral paden te nemen waar je als niet-buurtbewoner nooit zou komen. Bijvoorbeeld onze speurtocht in de Oranjebuurt, die voert door de eindeloos lange steegjes tussen de huizen.”

Toch besluit hij nu door te lopen. “In nieuwe wijken zoals deze lopen zulke steegjes altijd dood. Dat is natuurlijk veiliger, maar minder leuk voor ons.”

De twee komen bij de volgende speeltuin aan waar een wat ouder meisje zit te spelen. Olune sprint vooruit om de wipkip en de glijbaan te proberen. Dan maakt ze nog wat koprollen op de stangen.

Als ze ondersteboven hangt zegt haar vader: “Ik denk dat het tijd is voor een opdracht.” De speurtochten bevatten altijd een aantal vragen zoals ‘hoeveel stenen ballen tel je op het pleintje’ of ‘wat voor dier stelt het speeltoestel voor’.

Stout stelt voor om te vragen naar de kleuren van het telraam. “Nee”, antwoordt Olune resoluut. “Dat weet toch iedereen.” Olune vindt de vraag of er ruitjes in het speelhuisje zitten beter.

Stout noteert de vraag met zijn mobiel en bedenkt dat er nog zwerfkeien in zijn tas zitten. “Promotionele zwerfstenen”, nuanceert hij en haalt de gekleurde stenen tevoorschijn met opschrift www.olune.nl, de speurtochtenwebsite.

“Die groene”, zegt Olune enthousiast, en ze verstopt de kei onder het klimhuisje. Het andere meisje, dat nu bovenaan de glijbaan zit, ziet het gebeuren.

“Ik zal ze laten liggen, hoor”, zegt ze. “Maar mijn broertje vindt het misschien wel leuk.” Olune maakt nog een achterwaartse koprol. Ze zijn bijna terug bij de eerste speeltuin; de speurtocht is voltooid.
(Myriam Dijck)

Met acht speurtochten is heel Nieuwerkerk ontdekt. Binnenkort gaan ze verder in Zevenhuizen en Moordrecht.