Badhuizen waren vooral bekend in China, Japan, Turkije en het Romeinse rijk. (foto: pixabay)
Badhuizen waren vooral bekend in China, Japan, Turkije en het Romeinse rijk. (foto: pixabay)

Badkamerrituelen door de eeuwen heen

Algemeen 181 keer gelezen

Moordrecht - Een stortdouche, een whirlpool met massagestralen, een douchetoilet en/of een sauna in huis. Anno 2019 is aan luxe geen gebrek in de badkamer; menig huishouden beschikt tegenwoordig zelfs over meer dan één 'natte cel'. Dat was in vroeger tijden wel anders. In een lezing die onlangs voor de vrouwen van Nu Moordrecht werd gehouden klapte de Vlaamse historicus Ilse Leblanc-Landuyt voor zo'n vijftig aandacht luisterende dames, uit de school over de 'badkamergeheimen' uit vervlogen tijden.

Door Annette van den Berg

Door de eeuwen heen is de properheid van de bevolking van Europa aan grote veranderingen onderhevig geweest. De wekelijkse wasbeurt in een teil roept nog wel (mooie) herinneringen op, maar hoe de Grieken, Romeinen en kruisvaarders met hygiëne omgingen, is voor velen een raadsel. Een lesje in badrituelen.

De Grieken hielden van schoon en glad; om hun lijf proper te houden smeerden ze zich in met olie en schraapten vuiligheid en lichaamshaar in een keer weg met een mes. De Romeinen hielden er weer heel andere gewoonten op na. Hun bad deelden ze met plezier; in openbare badhuizen speelde het sociale leven zich af. Met de komst van het christendom kwam een einde aan de schone lijven. De christenen geloofden dat een vunzig lijf zorgde voor een zuivere ziel.

Grofweg een millennium later brachten de kruisvaarders de hygiëne en de badhuizen terug naar West-Europa, maar ook de pest deed zijn intrede. Over de bestrijding van de ziekte ontstonden twee verschillende opvattingen. In de Duitstalige landen bleef men zich wassen. Maar in de landen langs de Noordzee heerste de opvatting dat de pest via de poriën naar binnen kwam. De beste preventie was om de poriën zoveel mogelijk gesloten te houden. Linnen doeken waren voldoende om loszittend vuil op te nemen. Het voorkwam dat de bovenkleding vuil werd. Het linnen mocht gezien worden, vooral als het stralend wit was, het resultaat van bleken met duivenpoep. Echter alleen de adel beschikte over duiven, de gewone man behielp zich met kippenmest; dat bleekte beduidend minder goed. Voor wie zich zelfs geen grauw linnengoed kon veroorloven, bleef over jute te dragen dat ingesmeerd werd met varkensreuzel.

Het duurde tot aan het begin van de achttiende eeuw tot de wetenschap ervan overtuigd raakte dat betere hygiëne ziekten kon voorkomen. De eerste stap naar een een hygiënischer leven werd gezet en met de komst van waterleiding werd het voor iedereen een stuk eenvoudiger om zich regelmatig te wassen.

Daar werd dan ook gretig gebruik van gemaakt, al was een dagelijkse douche tot in de jaren zestig van de vorige eeuw helemaal niet zo gebruikelijk. Pas in 1978 werd in Nederland wettelijk vastgelegd dat elk huis moest beschikken over koud en warm water en een apart toilet. Keerzijde van de ontstane luxe van de laatste veertig jaar is dat mensen zo vaak douchen, dat het wel iets minder mag. "Niet eens om water of energie te besparen, maar omdat het niet goed is voor de huid", besloot Leblanc haar lezing.