Toekomst recreatieparken besproken: ‘Aandacht voor wens permanente bewoning’

Zuidplas - De gemeente gaat met belanghebbenden in gesprek om recreatieparken de Koornmolen in Zevenhuizen, de IJsselhoeve in Nieuwerkerk en de Randstad in Moerkapelle vitaler te maken.

De eerste twee hebben urgent aandacht nodig om hun toekomst als recreatiepark veilig te stellen, zo werd drie jaar geleden al vastgesteld. 

Bij park de Randstad is snelle actie vereist, omdat de situatie daar leidt tot risico’s op het gebied van veiligheid en ondermijning. Voor dit park ziet de gemeente geen recreatief toekomstperspectief. Het ligt ingeklemd tussen de kassen, er is veel permanente bewoning, de voorzieningen zijn verouderd en de chalets zijn van zeer lage kwaliteit.

Nog voor de zomer moeten er digitale participatiesessies voor recreatieparken de Koornmolen en de IJsselhoeve komen. De gemeente wil voor wat betreft de Koornmolen samen optrekken met het Recreatieschap Rottemeren, dat al werkt aan een plan om de recreatieve bestemming van dat park te versterken. 

Na de eerste participatiesessies komen er sessies voor de andere vijf parken in Moordrecht en Zevenhuizen. 

Permanente bewoning
Of er veranderingen komen in het beleid voor permanente bewoning - wat nu verboden is - hangt af van landelijke ontwikkelingen. Het Rijk heeft een nieuwe manier van vergunningverlening voorgesteld, waardoor mogelijk meer mensen in de toekomst in aanmerking komen voor bewoning van een recreatiewoning. De provincie is terughoudend en ziet permanente bewoning als een ongewenste ontwikkeling.

Het college wijst de raad erop dat de wens van permanente bewoning van sommigen aandachtspunt is bij het onderzoek naar de toekomst van de parken, maar dat wet- en regelgeving op dit moment nog niet zijn veranderd. 

Opgemerkt wordt ook dat áls er mogelijkheden ontstaan om recreatieparken of -verblijven om te zetten naar woonbestemmingen, er nog steeds voldaan moet worden aan een ‘aanvaardbaar woon- en leefklimaat conform de beginselen van een goede ruimtelijke ordening’.