Het dorp Moerkapelle en de wijk Esse Hoog zijn aangewezen als verkenningsbuurten. (foto: Pixabay)
Het dorp Moerkapelle en de wijk Esse Hoog zijn aangewezen als verkenningsbuurten. (foto: Pixabay)

Verlaging CO2-uitstoot onderzocht in Esse Hoog en Moerkapelle

Algemeen 264 keer gelezen

Zuidplas - De gemeenteraad heeft er eind december mee ingestemd om Moerkapelle en Esse Hoog de eerste zogenoemde verkenningsbuurten in Zuidplas te maken waarin onderzocht wordt wat inwoners nodig hebben om de CO2-uitstoot te verminderen. In het dorp en de Nieuwerkerkse wijk zijn halverwege dit jaar speciale informatieavonden, naast een algemene avond voor heel Zuidplas over de beschikbare warmtebronnen en welke stappen er dit jaar worden gezet.

De afgelopen tijd heeft gemeente Zuidplas onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor een duurzame toekomst zonder aardgas. De resultaten staan in de Transitievisie Warmte. De gemeenteraad van Zuidplas heeft die visie op 21 december vastgesteld.

Wethouder Jan Verbeek: “De Transitievisie Warmte is tot stand gekomen in intensieve samenwerking met inwoners, ondernemers en partners, zoals woningcorporaties en netbeheerders. Samen met deze partijen hebben wij uitgangspunten en selectiecriteria opgesteld om de transitie te kunnen uitvoeren.”
In de verkenningsbuurten wordt samen met inwoners, professionele stakeholders en ondernemers gewerkt aan de buurtuitvoeringsplannen. Daarin wordt op buurtniveau uitgewerkt welke techniek wordt ingezet om aardgasvrij te worden, hoe dit gefinancierd wordt, hoe dit wordt georganiseerd, hoe inwoners worden ontzorgd en hoe het proces van communicatie en participatie van inwoners verloopt. De wens is om per buurt een inwonersadviesraad op te richten die samen met de gemeente plannen maakt hoe het proces eruitziet, welke stappen als eerste gezet worden en wat daarvoor nodig is. Nadat de buurtuitvoeringsplannen zijn opgesteld, worden de plannen aan alle stakeholders voorgelegd.

Op dit moment is nog veel onduidelijk over de financiering die het Rijk ter beschikking gaat stellen aan gemeenten om alle taken rondom de warmtetransitie op te kunnen gaan pakken. Als vanuit het Rijk geen of onvoldoende aanvullende middelen beschikbaar komen, wordt alleen de meest noodzakelijke inzet gepleegd.