Liesbeth en Jan voelen zich helemaal thuis in Zevenhuizen. De familie, mét kleindochter Lea, komt ook graag over de vloer.
Liesbeth en Jan voelen zich helemaal thuis in Zevenhuizen. De familie, mét kleindochter Lea, komt ook graag over de vloer.

Genieten van een uniek stukje Zuid-Holland

Algemeen 614 keer gelezen

Zevenhuizen – Zo’n vijf jaar geleden fietste Jan van Wingerde zijn reguliere wielerronde door de Zuidplaspolder. Halverwege viel zijn oog op een te koop-bord. Het jaren 60-huis met gele bakstenen waar het bij stond vond hij maar niks. Maar het uitzicht, daar tekende hij graag voor. Terug in de Rotterdamse wijk Zevenkamp, bleek zijn vrouw Liesbeth net zo enthousiast. Niet veel later stond er een bord ‘Verkocht’ voor de woning aan de Tweemanspolder. “Zo’n uitzicht, dat vind je nergens. Dit is het laatste unieke plekje van Zuid-Holland.”

Door Myriam Dijck


Genieten van het uitzicht was er niet direct bij. Hoewel het huis perfect onderhouden was, was het flink gedateerd, donker en hokkerig. Buiten was nauwelijks zitruimte en de struiken stonden meters hoog. Zo bleven de polder en de Molenviergang verborgen achter de hoge begroeiing. Liesbeth: “Het was hier net een bos, je zag helemaal niks.”

Daar moest wat aan gebeuren. Na de koop begon de verbouwing meteen, het hele huis en de tuin werden aangepakt. “We wilden veel licht, open ruimtes en openslaande deuren naar buiten. En het moest een energieneutraal huis worden”, zegt Jan. Om dat te bereiken werd alles ontmanteld tot er alleen nog vier muren overeind stonden. “Zelfs het dak ging eraf.”

Met zo’n intensieve verbouwing was wonen in het huis niet mogelijk. Daarom verhuisde de familie -  de jongste dochters woonden toen nog thuis -  in 2017 tijdelijk naar een buitenhuisje van vrienden.
“Dat was piepklein, zeker met onze twee honden erbij. Dat jaar hadden we ook nog een hele slechte zomer. We hadden constant modder in huis. Gelukkig zaten we wel vlakbij ons nieuwe huis, zodat Jan regelmatig langs kon gaan om de bouwers een beetje in de gaten te houden.”

Het huis onderging een ware metamorfose. Het dak kreeg dakkapellen en zonnepanelen, de trap ging van de woonkamer naar de hal, de vloer kreeg vloerverwarming, de keuken werd volledig elektrisch en de buitenmuren werden wit gestuukt en kregen meerdere openslaande deuren naar buiten. In december, zeven maanden nadat de verbouwing begon, konden ze er in.
“Dat was wel een enorm verschil, na 30 jaar Rotterdam. In het dorp is het veel gemoedelijker, iedereen zegt je gedag. We voelden ons meteen op onze plek”, zegt Jan.

Toch liet het echte genieten nog op zich wachten. Daarvoor moest eerst de tuin onder handen worden genomen. Alle hoge beplanting – behalve de kenmerkende treurwilg – ging eruit. Langs de ringvaart kwam een vlonder, achter het huis een moestuintje en zandbak voor de kleinkinderen en voor het huis een gazon en twee terrassen.
“Eén naast de deur, waar Jan en ik vaak met z’n tweeën zitten. En als de hele familie er is, dan zitten we aan de grote tafel onder de wilg. We hebben de tuin zo ingericht dat we op elk moment van de dag ergens lekker buiten kunnen zitten.”

Vervolgens liet Jan een bruggetje aanleggen, over de sloot voor het huis. Menig buurtbewoner zal het markante boogbruggetje herkennen.
“Waarom die zo hoog is? Ik had bedacht dat ik daar met mijn boot onderdoor zou kunnen, zodat ik vanaf het gazon kan instappen.”
Liesbeth zegt dat ze het eerst maar niks vond, zo’n steile brug, ook al is ze er inmiddels wel aan gewend geraakt. De boot, die er sinds vorig jaar is, ligt nu afgemeerd aan de zijkant van het huis. “Nee, hij is er nog nooit onderdoor gegaan”, zegt Jan lachend. “En nu kan dat ook niet, omdat er planken over de sloot liggen.”

De boogbrug verbindt het huis met een stukje erf aan de andere kant van een sloot, waar de vorige bewoners altijd geiten hielden. Dit wilde het stel graag in stand houden, maar de geiten waren eigenzinniger dan gedacht.
Jan legt uit: “Het bleek voor veel buurtbewoners een ijkpunt. Veel ouders zeiden bijvoorbeeld tegen hun kinderen: je mag tot de geiten gaan en niet verder.”
Liesbeth: “Maar die beesten waren constant aan het mekkeren en wilden nooit geaaid worden. Dus hebben we nu kippen, die zijn veel leuker. Met als bonus dat ze zoveel eitjes leggen dat we ze met z’n tweeën niet allemaal op kunnen eten.”

Eind 2018, anderhalf jaar na de koop, was ook de tuin klaar. Hoewel, Liesbeth wil nog wel eens het een en ander veranderen. Een ander kleurtje op de muur in de badkamer, een nieuw behangetje in de gang, een ander televisiemeubel, nieuwe rozenstruiken langs het water. “Als ik iets zat ben, dan is het tijd voor iets anders. Zo ben je eigenlijk nooit klaar.”
Aan de indeling van het huis verwachten ze niks te hoeven veranderen, daar hebben ze bij de verbouwing goed over nagedacht. “We hebben het huis zo laten inrichten dat alles zich op de begaande grond bevindt, inclusief onze slaapkamer en badkamer. Een levensloopbestendige woning dus”, zegt Jan trots.
Liesbeth en Jan verwachten nog heel lang van hun weidse uitzicht te kunnen genieten.

Zo zag het huis er in 2017 uit, toen Jans oog op het te koop-bord in de tuin viel.
Volgens Liesbeth hebben veel mensen een mening over de steile brug. Inmiddels is zij er helemaal aan gewend; de kippen ook.
Het huis is helemaal energieneutraal gemaakt met isolatie, vloerverwarming en zonnepanelen op het dak.