Afbeelding

Dahlia

Algemeen 235 keer gelezen

Volgens mijn moeder was mijn opa een echte tuinman. De bloemen in het bescheiden tuintje waarin hij altijd was te vinden, kregen volgens haar zijn voornaamste aandacht. Mijn oma had altijd vaasjes met verse, zelf opgekweekte bloemen staan. Mijn moeder vertelde er liefdevol over.

Wat ik niet wist toen ik op mijn eerste volkstuin terechtkwam, was dat mijn moeders gezin, voor haar geboorte, op diezelfde tuin had getuinierd. Mijn moeder was een nakomertje en was daar nooit geweest. De geuren en kleuren waren in haar herinnering ontstaan door de mooie en levendige verhalen die haar ouders haar erover hadden verteld.

Toen mijn interesse na al die jaren van moestuinieren zich op dahlia’s en lathyrus richtte, maakte mijn moeders hart een sprongetje. Daar was haar vader zo gek op, vertelde ze met nostalgie en verlangen in haar stem. Toen ik die bloemen ‘her’ontdekte, werd dezelfde passie in mij aangewakkerd.


De allereerste dahlia-bloem die verscheen, verwelkomde ik met veel verbazing en verwondering. Deze bloemen lijken tegen mij te spreken en roepen een verwondering op die nergens mee te vergelijken is. Als robuuste, maar toch tere en bijna buitenaardse wezens, staan ze enorm de aandacht te trekken en bij eenieder die ze ziet, raken ze wel iets. Ze zijn mooi, maar zeker ook mysterieus. Ze lijken gestuurd om ons mensen even een lesje in het hier en nu te geven. Direct bij het aanschouwen van deze wezens, lijkt de hele wereld even stil te staan. Althans, bij mij wel.


Toch bijzonder dat ik als vanzelf bij een bloem uitkom die mijn opa zo verwonderde. Is het toeval? Of leeft er iets van hem in mij voort? Zou het stiekem een beetje in mijn DNA terecht zijn gekomen? Ik lees regelmatig dat we tot zeven generaties terug worden beïnvloed door onze voorouders. Zou daar iets van waarheid in zitten?


Wat ik wel weet, is dat ik nu een echte dahlia-’gekkie’ ben. Altijd op zoek naar uitbreiding van mijn collectie met een of andere bijzondere, liefst biologische soort. Met veel zorg plant ik ze in het vroege voorjaar in potten, die dan werkelijk overal staan en alles overnemen, om ze voor te trekken. De slakken houd ik daarmee zo lang mogelijk op afstand. Na het uitplanten en de bloei en groei, en alle aandacht die ze hebben gegenereerd door mooi staan te wezen, haal ik ze, nadat het blad is bestorven, uit de aarde en laat ik ze drogen. Daarna gaan ze als knollen in kistjes mee naar huis, waar ik ze vorstvrij bewaar, zodat we in het voorjaar de hele kermis opnieuw kunnen opstarten. En dan maar duimen dat ze het allemaal weer overleefd hebben.
Nu mijn moeder zelf niet meer in de fysieke wereld is, heeft alles nog meer diepte en waarde gekregen. Naast de dahlia en de lathyrus is daar nu de fresia bij gekomen. Dat was haar lievelingsbloem voor op de vaas. Ik koester mijn bloemen nu ook vanuit een echt gevoelde en gemeende liefde. Liefde voor het leven en alles wat daarbij hoort.


Wist je dat:

* De dahlia ergens rond 1800 voor het eerst wortel op Nederlandse bodem zette? De oorsprong van de bloem ligt in Mexico, waar de knollen van oudsher werden gebruikt als veevoeder. De dahlia is dan ook in zijn geheel eetbaar en blijkt zeer voedzaam te zijn. Over de smaak valt te twisten. De bloemblaadjes doen het leuk in salades en als garnering. Let wel op: ze zijn pittig.
* En wist je ook dat er vele dahlia-verenigingen zijn? Daar bespreken en ruilen echte dahlia-liefhebbers onder elkaar de vele soorten, 62.000 gecultiveerde. Er zijn dus nog grotere ‘gekkies’ dan ik!