Afbeelding
Erik van Leeuwen

Watersysteem middengebied Zuidplaspolder moet minder kunstmatig

Algemeen 96 keer gelezen

Zuidplas – In het middengebied van de Zuidplaspolder moet een dorp verrijzen zo groot als Nieuwerkerk aan den IJssel. Dat moet gebeuren in een gebied dat kwetsbaar is. Daarom werkt gemeente Zuidplas in samenwerking met het waterschap aan een robuust plan. “Het is ingewikkeld, maar we nemen geen enkel risico”, zeggen projectleiders Justin van Genderen (civiele techniek) en Fabienne van Luin (innovatie).

Bij de ontwikkeling van het Vijfde Dorp zijn water en bodem sturend, staat in de Nota van Uitgangspunten voor het Vijfde Dorp. Wat is dat precies?

“Dat houdt in dat je op de plekken waar je activiteiten wilt ontplooien goed kijkt hoe de bodem en het watersysteem van het gebied eruitzien. Je bouwt op de van oorsprong hogere delen van een gebied en kiest juist voor water en groen op de lagergelegen gedeelten om historische structuren te behouden.”

Is er bij deze opgave meer gekeken naar die bodemgesteldheid en waterhuishouding dan bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van Koningskwartier?

Justin van Genderen: “Ik denk dat we door de situatie gedwongen worden om in zijn algemeenheid bovengemiddeld goed te kijken naar het principe dat water en de bodem sturend zijn. Dat heeft te maken met de publieke opinie, maar ook met dat het enorm actueel is - de minister heeft er recent een brief over naar de Tweede Kamer gestuurd - en volop in de picture staat hoe dat moet in deze gebiedsontwikkeling.”

Fabienne van Luin: “Er is jarenlang een heilig geloof geweest in de maakbaarheid van het land. Het belang van woningbouw was groot, het belang van de kwaliteit van de ondergrond werd, los van dat er veel minder kennis beschikbaar was, minder groot geacht. Met de toenemende klimaatverandering - elk rapport dat hierover verschijnt ziet er minder rooskleurig uit - kun je daar niet meer de ogen voor sluiten. Ik zeg niet dat er in vorige opgaven in Zuidplas niets mee gedaan werd, maar in zijn algemeenheid werd er op voorgaande bouwlocaties in heel het land minder rekening gehouden met de gebiedsspecifieke bodem en het aanwezige watersysteem. Jarenlang was vanzelfsprekend: we kunnen bouwen, een dijkje verhogen en wat we onderweg tegenkomen, dat is maakbaar.”

In de jaren tachtig werd in Nieuwerkerk de wijk Zuidplas gebouwd. Vierduizend woningen, ook in de Zuidplaspolder. Wordt daar met de kennis van nu anders naar gekeken?

Van Genderen: “Eigenlijk is het in het algemeen geen goed idee om in de delta, het zuidwesten van Nederland, te wonen en moeten we met zijn allen achter Amersfoort gaan wonen. Daar houden we allemaal droge voeten, plat gezegd, al zijn daar weer andere problemen zoals droogte. Daar is de droge kant, wij zitten aan de te natte kant. Dat is het macroverhaal. We hebben nu eenmaal besloten om met veel mensen in West-Nederland te wonen en onze economie te draaien. We hebben ons systeem daarnaar gebouwd met Deltawerken, met dijken, met polders die beheerd worden. Voordat het water uit de zee in de Zuidplaspolder is, moeten er drie waterkeringen falen, dan moet er ook nog een dijk doorbreken die behoort tot de dijken waarvoor de grootste veiligheidsmaatregelen van toepassing zijn. Als je dan zegt: het is niet veilig, dan moeten we met zijn allen onze spulletjes pakken en evacueren naar Oost-Nederland.”
“Als je kijkt naar de bestaande omgeving in de Zuidplas, dan kun je de ontwikkeling ter hand gaan nemen met de kennis van nu. Die is anders dan de kennis van dertig, veertig jaar geleden toen de wijken daar gerealiseerd zijn. Zeg ik dat wonen in die wijken slechter is? Nee, want ze liggen nog steeds achter dezelfde veilige waterkeringen en dijken. Alleen gaan we nu adaptiever om met de invulling van het gebied.
Als er bij jou in de wijk regen valt, valt het op je dak, komt het in je regenpijp, daarna in de straat, in de riolering, de watergangen en aan het einde van het traject staat een heel groot gemaal op de Hollandsche IJssel het water uit te spugen. Dat is hoe het systeem werkt. Met de kennis van vandaag gaan we in het middengebied aan de slag om waterafvoer minder direct te laten zijn. Het is van belang water op te vangen als het in pieken gaat vallen, daar zul je ruimte voor moeten nemen in je huidige plannen. Bij droogte is het van belang om water voorhanden te hebben om te zorgen dat het groen blijft en dat er koelte is in de wijken. Dit staat in bestaande bebouwing wat meer onder druk. Het is niet zo dat het systeem faalt, maar het kost bovenmatig veel inspanning om in bestaande wijken bij droogte voldoende water te houden en in natte periodes droge voeten te houden. Bij het middengebied willen we samen met het waterschap vooraf de zaken zo goed regelen dat we later minder inspanningen hoeven te doen. Het watersysteem moet natuurlijker en minder kunstmatig gaan functioneren.”

Van Luin: “Een goed bodem- en watersysteem is een belangrijke randvoorwaarde voor waterveiligheid en waterkwaliteit. Als dat niet op orde is, kan er niets. Met de voorspelde zeespiegelstijging in 2100 en zelfs met een dijkdoorbraak daarbij, houden we een veilig gebied met een nihile kans op slachtoffers. Dat is de basis van de hele planuitwerking.”

In het gebied zijn verschillende waterpeilen. Wat moet daarin gebeuren?

Van Genderen: “In het gebied liggen allemaal watergangetjes, dammetjes, stuwtjes en gemaaltjes. Er zijn 53 peilgebieden die afzonderlijk beheerd moeten worden. Je hebt 53 keer kans dat een dammetje verstopt zit, een gemaaltje niet werkt, et cetera.”

Hoe groot zijn de verschillen?

Van Genderen: “Tussen het hoogste en laagste waterpeil zit wel een meter tot anderhalve meter verschil. Naast elkaar gelegen watervlakken hebben vaak niet zo’n groot verschil. Het gebied ligt getrapt.”

Wat willen jullie gaan doen?

“Het doel is om de kwetsbaarheid uit het systeem te halen. Die 53 peilvlakken willen we samenvoegen om daarmee een groter geheel te vormen. In een groter aaneengesloten watersysteem is meer ruimte voor het opvangen van piekbuien dan in vele kleine systemen. De flexibiliteit om grote regenbuien op te vangen neemt toe.”

Het wordt niet één peilvlak, zoals eerder werd gesuggereerd?

Van Genderen: “De grootste eenheid kunnen we maken waar we nieuw bouwen. Rondom de bestaande bebouwing aan de Middelweg en Derde Tochtweg hebben woningen een bestaande situatie. De puzzel die we nog moeten maken, is om de watersituatie van die kavels naast het nieuwe waterpeil te leggen. Als die bestaande woningen mee kunnen in het nieuwe peil, zou dat hartstikke mooi zijn. Als dat niet kan, dan gaan we met de bewoners in gesprek over 1) of we een apart waterpeil moeten handhaven of 2) mensen misschien andere plannen hebben. Die maatwerkafstemming wordt de komende periode opgestart. We hebben geen hard doel van een x aantal waterpeilen, we willen er wel zo min mogelijk.”

Hoe wordt de nieuwe waterstructuur?

Van Genderen: “Op de Kreekrug, die wat hoger ligt en betere grondslag heeft, zullen we aanpassingen doen omdat we daar wat makkelijker kunnen afwateren en water zijn weg laten vinden. Daar gaan we werken met structuren die verder uit elkaar liggen dan de huidige polderstructuur. In het watertuingebied verwacht ik dat we de bestaande waterstructuur handhaven. Er komen daar of extra sloten of we gaan sloten verbreden. We weten op dit moment hoeveel wateroppervlak we in het plangebied gaan maken; dat wordt stap voor stap uitgewerkt naar exacte ontwerpen.”

Om het gebied bouwrijp te maken moet veel grond worden toegevoegd. Heeft dat ook een relatie met water?
Van Genderen: “Zeker, want als je zware klei aanvoert, kan water minder makkelijk een weg vinden. Aangevoerde grond en zand moeten dus voldoen aan kwaliteitseisen.”

Ander punt: kwelwater.

Van Genderen: “We zitten laag en daardoor heb je waterdruk vanuit de diepere ondergrond. Daardoor wordt er voortdurend zout of brak water naar boven gedrukt. Dat komt in de sloten terecht, met als gevolg bruin water en een slechte waterkwaliteit. Met het verhogen van bodem- en waterpeil wordt er tegendruk gecreëerd en komt er aanzienlijk minder en bij voorkeur geen zoute kwel meer omhoog. Samen met het vasthouden van het schone regenwater in het gebied zal dit leiden tot verbetering van de waterkwaliteit. Op dat samenspel van dempen van de kweldruk en vasthouden van regenwater, wordt het watersysteem mede ingericht.”