Boete voor permanent wonen op Poldertuin in coronaperiode

Den Haag/Moordrecht – Een boete van 20.000 euro. Die moeten de eigenaren van een woning op recreatiepark Poldertuin betalen vanwege verboden permanente bewoning. De eigenaren waren al gewaarschuwd met een dwangsom. De Raad van State besliste afgelopen week dat de dwangsom niet heeft geholpen en dat de daaropvolgende boete terecht is opgelegd door de gemeente Zuidplas.

Eerder besliste de Haagse rechtbank dat de gemeente onvoldoende bewijzen voor permanente bewoning op tafel had gelegd. Het bewijs hing volgens de rechter als los zand aan elkaar en was ook niet overtuigend genoeg om een zware straf uit te delen. De gemeente ging in hoger beroep bij de Raad van State.
Die oordeelde 10 mei dat de aangevoerde bewijzen inderdaad niet overtuigend zijn. Maar een bekentenis onlangs tijdens een zitting bij de Raad is de eigenaren toch zwaar aangerekend. Een van de eigenaren erkende toen dat ze tijdens de coronaperiode wel even permanent in de recreatiewoning verbleven. Ze woonden in bij een vriendin in Moordrecht. Maar in de coronatijd was het volgens de eigenaren niet verstandig om met veel mensen in die woning te verblijven.
De Raad van State wil dit niet als een bijzondere omstandigheid zien waardoor de permanente bewoning door de vingers zou kunnen worden gezien. De eigenaren hadden bij de gemeente kunnen vragen of ze tijdens de coronaperiode permanent in de recreatiewoning mochten verblijven. Dat is volgens de Raad niet gebeurd. Voor een kwijtschelding van de boete ziet de Raad ook geen reden. Anders zou dreiging met een boete bij toekomstige overtredingen geen effectieve maatregel meer zijn.
(Adrie van der Wel)